Nieuw record én een aquila tijdens Regio Big Day

Zaterdag 13 mei 2023

Vandaag is het weer tijd voor onze jaarlijkse regio Big Day. Samen met de vaste teamgenoten Daan van Braak, Jorian Eijkelboom en Evert Florijn proberen we binnen 24 uur zoveel mogelijk soorten te zien binnen de regiogrenzen. Dit jaar doen 3 andere teams mee. De afgelopen weken (maanden eigenlijk) hebben we geschikte gebieden bezocht, lastige soorten ‘voorbereid’ en soms zelfs nesten gevonden van ‘goede’ Big Day-soorten. Afgelopen week hebben we één avond samen gezeten om een planning te maken van hoe laat we waar moesten zijn.

De dag zelf
Om stipt 0:00 begint onze dag in het Goudse Hout. Onze doelsoort (Bosuil, een mannetje) begint binnen enkele minuten te zingen. Fijn, zo’n start. Na 10 minuten vertrekken we alweer naar de volgende locatie.
1. (00:05) Bosuil

De volgende stop is aan de rand van Gouda. Hier zingen de eerste rietvogels, waaronder de door ons gehoopte Roerdomp. Een Egel loopt bovendien langs de weg.
2. (00:18) Kleine Karekiet
3. (00:18) Meerkoet
4. (00:18) Rietzanger
5. (00:22) Fuut
6. (00:23) Waterhoen
7. (00:24) Blauwe Reiger
8. (00:25) Roerdomp

We zijn al vlakbij het Weegje, hier moeten we uiteraard ook even langs de Nachtegaal, een soort die zeldzaam is in onze regio. De vogel zingt fanatiek. Samen met het team Gouwebos (Gert Vonk, Daniël Benders en Chris Janse) horen we ook kort een overvliegende Kwartel, een hele fijne bonus! Verder roepen enkele algemene steltlopers vanuit het plasje. Helaas zijn het Porseleinhoen en de Woudaap die hier recent door anderen zijn waargenomen, doorgetrokken.
9. (00:38) Nachtegaal
10. (00:41) Krakeend
11. (00:44) Kievit
12. (00:44) Tureluur
13. (00:50) Grutto
14. (00:50) Kwartel

We rijden richting het oosten naar de volgende locaties en voorbereide soorten. Bij de Twaalfmorgen (aan de zuidkant van de Reeuwijkse Plassen) stoppen we even omdat daar regelmatig Zomertaling en Ransuil zitten. Ook Porseleinhoen is hier mogelijk. Alle drie de soorten mislukken, maar wel horen we enkele steltlopers roepen vanuit het plasdras, waaronder een Bosruiter. Mooi dat we die nu al hebben, want met de hoge waterstand in alle moerasgebieden in onze regio kunnen steltlopers nog wel eens een probleem worden vandaag!
15. (01:16) Scholekster
16. (01:19) Oeverloper
17. (01:21) Bergeend
18. (01:21) Brandgans
19. (01:21) Kluut
20. (01:22) Bosruiter

In de buurt van Hogebrug werkt onze voorbereide Kerkuil fantastisch mee, want binnen korte tijd vliegt de vogel over ons heen. We scoren verder wat algemene soorten die al wakker zijn.
21. (01:27) Cetti’s Zanger
22. (01:31) Wilde Eend
23. (01:36) Kerkuil
24. (01:41) Knobbelzwaan
25. (01:48) Houtduif
26. (01:48) Zwarte Kraai

Een paar kilometer verderop zaten laatst nog Porseleinhoen en Watersnippen, maar beide vogels houden helaas hun snavel. Wel zingt onze 1e en enige Ransuil van de dag en vliegt een Kerkuil luid roepend rond.
27. (02:18) Ransuil
28. (02:28) Grauwe Gans
29. (02:45) Kuifeend

Nu onze derde uilensoort en lastige nachtsoorten zoals Nachtegaal en Roerdomp binnen zijn, besteden wij de rest van de nacht om volle bak te gaan zoeken naar Steenuil en te stoppen bij moerasgebieden voor rallen. Een Patrijs die door een ander groepje gemeld wordt, laten we bewust links liggen, want daar komen we later op de dag langs. Rondom Alphen aan den Rijn luisteren we op 3 locaties voor Steenuilen, maar tevergeefs. Bij de Ruygeborg roept een Waterral (fijn, want een notoir lastige soort op Big Days) en bij de Groene Jonker zingen 2 Bosrietzangers en een Sprinkhaanzanger. Een klein vogeltje vliegt in laatstgenoemde gebied vlak voor de auto langs (dat scheelde echt niks of we hadden hem geraakt) en gaat iets verderop midden op de weg zitten, zodat we hem in het licht van de koplampen zien: een Tapuit!
30. (03:21) Ooievaar
31. (03:58) Koekoek
32. (03:59) Snor
33. (04:15) Blauwborst
34. (04:15) Waterral
35. (04:27) Bosrietzanger
36. (04:27) Rietgors
37. (04:29) Sprinkhaanzanger
38. (04:49) Tapuit

Tot slot maken we een stop langs de Nieuwkoopse Plassen, in de hoop dat hier een Kwartel of Kwartelkoning roept. Dat helaas niet, maar onze 3e (!) Kerkuil van de dag vliegt langs en vanaf een paaltje zingt een Roodborsttapuit. Laatstgenoemde soort is erg schaars in de regio met maar een paar broedpaartjes, dus dat scheelt later weer stressen. Het begint al licht te schemeren, tijd dus om te vertrekken naar Haarzuilens waar we met het eerste licht op zoek wilden naar bosvogels.
39. (04:52) Kokmeeuw
40. (04:52) Merel
41. (04:59) Zanglijster
42. (05:04) Roodborsttapuit

Onderweg naar Haarzuilens stijgt de lijst snel, want door het open raam horen / zien we de ene na de andere soort ontwaken. Opvallend zijn de Grauwe Vliegenvangers die weer massaal teruggekeerd zijn uit Afrika, want hier (en ook later op de dag) zien we opvallend vaak een zingend exemplaar. Haarzuilens is een van de weinige echte bossen in onze regio, met als specialiteiten Raaf en Appelvink. We maken op meerdere plekken in het gebied korte wandelingetjes. Het is een hels kabaal qua vogelzang, vooral veel algemene soorten. Daartussen kunnen we o.a. roepende Groene Specht, IJsvogel en Raaf oppikken. Er zingt zelfs een Vuurgoudhaan, een soort waarvan we (door gebrek aan naaldbos) nooit hadden durven dromen die op een mei-Big Day in de regio tegen te komen. Ook merken we soorten op die op eerdere Big Days erg lastig waren (Groenling, Heggenmus). Het meest indrukwekkende is misschien wel de Vos die over een grasveld loopt en op enige afstand van ons de golfbaan op rent. Die had ik nog nooit binnen de regiogrenzen gezien! Helaas laten Boomklever en Appelvink het afweten.
43. (05:14) Boerenzwaluw
44. (05:14) Winterkoning
45. (05:16) Grauwe Vliegenvanger
46. (05:16) Tjiftjaf
47. (05:17) Zwartkop
48. (05:18) Lepelaar
49. (05:19) Tuinfluiter
50. (05:21) Boomkruiper
51. (05:23) Huismus
52. (05:23) Koolmees
53. (05:26) Pimpelmees
54. (05:26) Vink
55. (05:27) Torenvalk
56. (05:28) Grasmus
57. (05:41) Aalscholver
58. (05:41) Groene Specht
59. (05:41) Kauw
60. (05:44) Gaai
61. (05:44) Grote Bonte Specht
62. (05:48) Roodborst
63. (05:58) Raaf
64. (05:58) Vuurgoudhaan
65. (06:02) Heggenmus
66. (06:02) IJsvogel
67. (06:04) Buizerd
68. (06:07) Spreeuw
69. (06:11) Kleine Mantelmeeuw
70. (06:13) Holenduif
71. (06:33) Putter
72. (06:39) Groenling

Vos – Red Fox (photo: Daan van Braak)

Omdat Boomklever in Haarzuilens mislukte, rijden we een klein stukje om, richting het Vijverbos. Hier merken we de soort wel op, samen met opnieuw enkele Grauwe Vliegenvangers en twee IJsvogels die zelfs even paren!
73. (07:03) Ekster
74. (07:03) Huiszwaluw
75. (07:05) Boomklever

Nu wordt het tijd voor steltlopers. Onderweg van het Vijverbos naar Waverhoek stoppen we op 2 locaties: bij Harmelen zingt geen Zwarte Roodstaart, wel nieuw: Turkse Tortel. Langs het plasdrasgebied bij Waverveen (Proostdijerdwarsweg) pikken we Graspiepers, Kleine Plevieren en Steltkluten op. Helaas geen strandlopers. Bij de ingang van Waverhoek komen we een fotograaf tegen die ons foto’s laat zien van een vrouwtje Grauwe Klauwier die in het gebied zijn gemaakt! Wat een fantastische soort voor de regio; voor mij zou dit zelfs een nieuwe regiosoort betekenen. We zoeken ons suf in alle wilgjes, struiken, rietruigtes en op paaltjes, maar helaas ontbreekt van de klauwier ieder spoor. We zien wel een Paapje in het gebied en vanaf de dijk bij Botshol merken we een zingende Boompieper en overvliegende Havik en Roerdomp op. Zelfs het onmogelijke gebeurt: we zien een cirkelende Sperwer, een soort die op de 2 vorige edities van de Big Days ontbrak en waardoor wij heel cynisch als teamnaam ‘de Sperwers’ hadden aangenomen!
76. (07:32) Turkse Tortel
77. (07:40) Stormmeeuw
78. (07:47) Zilvermeeuw
79. (07:48) Purperreiger
80. (07:54) Grote Zilverreiger
81. (07:55) Gierzwaluw
82. (08:00) Graspieper
83. (08:00) Slobeend
84. (08:00) Steltkluut
85. (08:01) Kleine Plevier
86. (08:01) Witte Kwikstaart
87. (08:15) Fitis
88. (08:15) Wintertaling
89. (08:32) Paapje
90. (08:38) Kneu
91. (08:38) Visdief
92. (09:18) Boompieper
93. (09:18) Havik
94. (09:18) Sperwer
95. (09:43) Bruine Kiekendief
96. (09:43) Smient
97. (10:01) Spotvogel

Roerdomp – Eurasian Bittern (photo: Daan van Braak)

Op aanwijzing van een ander Big Day-team rijden we nogmaals langs het plasdrasje langs de Proostdijerdwarsweg. Nu zien we hier wel een Temmincks Strandloper (en een Bosruiter, maar die hadden we al vandaag). Een stop in Marickenland levert niks nieuws op, alleen de bekende Steltkluten en een 2e en 3e Sperwer (hoe is het mogelijk…). Het wordt tijd om richting de Groene Jonker te gaan. Onderweg pikken we meerdere Zwartkopmeeuwen, een Boomvalk en een 4e Sperwer (…) op vanuit de auto. De Boomvalk is de 100e soort van de dag en dat rond kwart over 11.
98. (10:24) Temmincks Strandloper
99. (11:11) Zwartkopmeeuw
100. (11:13) Boomvalk

In de Groene Jonker kijken we vanaf de dijk het gebied af op o.a. Geoorde Fuut, Ringmus, Pijlstaart, Kolgans, Zomertaling en meeuwen / sterns. Van dit rijtje lukken alleen Geoorde Fuut en Ringmus, terwijl ook Staartmees en Tafeleend nieuw zijn. We kiezen ervoor om toch even het gebied in te gaan om te zoeken naar de ontbrekende soorten. Dit blijkt een zeer goede keuze, want het levert niet alleen Pijlstaart op, maar ook Dwergmeeuw, Zwarte Stern en zelfs een Casarca!
101. (11:26) Tafeleend
102. (11:29) Staartmees
103. (11:35) Geoorde Fuut
104. (11:35) Ringmus
105. (12:06) Casarca
106. (12:15) Dwergmeeuw
107. (12:15) Zwarte Stern
108. (12:17) Pijlstaart

We lopen inmiddels wel flink achter op schema (> 2 uur). Langs de Hollandse Kade bij de Nieuwkoopse Plassen waait het eigenlijk te hard voor de bekende Graszanger, maar doen we toch een korte vergeefse poging. Iets verder langs de Meije zien we onze gewenste Wulpen (en horen we meerdere Spotvogels en Grauwe Vliegenvangers). In Oortjespad werkt de bekende longstayer Glanskop goed mee (of is Evert weer eens hartstikke scherp…?). Iets verderop lopen we een klein stukje langs de Hollandse Kade bij Kockengen voor Veldleeuwerik. Die lukt en op een klein plasdrasje slapen 2 Zomertalingen en lopen enkele Kemphanen, fijn! Een Boomvalk vliegt over.
109. (13:01) Wulp
110. (13:30) Glanskop
111. (13:54) Kemphaan
112. (13:54) Zomertaling
113. (13:58) Veldleeuwerik

De volgende stops liggen allemaal rondom Woerden. Dankzij een tip van Joël de Wit zien we een Braamsluiper. In Breeveld kunnen we Oeverzwaluw bijschrijven, terwijl de Matkop tegen de verwachting in ook lekker meewerkt (goed te zien, zelfs zingend). Door de warmte zien we ook Glassnijder, Viervlek (libellen) en Kleine Vuurvlinder. De makkelijkste +1 van de dag is misschien wel Zwarte Roodstaart, want zodra we het industrieterrein Barwoutswaarder oprijden, horen we de vogel al zingen door het open raam. In de daaropvolgende minuut laat de vogel zich regelmatig horen. Roek (kolonie langs de A12) is ook nieuw. In het Linschoterbos hebben we binnen 5 minuten bovendien de Bonte Vliegenvanger die hier al weken zit te zingen.
114. (14:18) Braamsluiper
115. (14:28) Oeverzwaluw
116. (14:42) Matkop
117. (15:10) Zwarte Roodstaart
118. (15:27) Roek
119. (15:42) Bonte Vliegenvanger

Matkop – Willow Tit (photo: Daan van Braak)
Zwarte Roodstaart – Black Redstart (photo: Daan van Braak)

Het wordt tijd om af te zakken naar de Lek. Doordat alles zo soepel verliep rondom Woerden en we sommige soorten elders hebben op kunnen pikken, lopen we ineens weer goed op schema. Bij de Bossenwaard horen we dankzij een tip van Arjan Boele een Gekraagde Roodstaart zingen (wat is dat toch ineens dat deze, de Zwarte Roodstaart en Bonte Vlieg gewoon fanatiek zitten te zingen op het warmst van de dag?). In de uiterwaarden zitten bovendien wat meeuwen: o.a. een 2kj Pontische Meeuw en een kandidaat Geelpootmeeuw (maar meer dan dat wordt het helaas niet). Bij de boerderijen onderaan de dijk stoppen we een tijdje. Steenuil wil wederom niet lukken; op een akker loopt wel een Gele Kwikstaart en hier vliegt een Regenwulp over. In de Gerbrandytoren zit de door ons gewenste Slechtvalk. Door de thermiek vliegen er regelmatig roofvogels rond.
Rond 16.20 pik ik ten zuidwesten van ons een roofvogel op die lastig gevallen wordt door een Buizerd. Door de lichtomstandigheden en afstand duurt het even voordat we kunnen opmaken wat het nou eigenlijk is (de namen Visarend en Wespendief gaan even rond), maar zodra ik de vogel in de telescoop krijg en de vogel begint te cirkelen, slaat de paniek toe: dit is een aquila arend! De vogel lijkt heel even onze richting op te komen, maar bedenkt zich al gauw, schroeft nog hoger op en verdwijnt heel rustig richting oost. De afstand is veel te groot (overkant van de rivier, misschien wel enkele kilometers), waardoor er geen kleedkenmerken te zien zijn. De brede handvleugel met duidelijke vingers, de staartlengte en de relatief kleine kop geven de vogel een nogal compact maar breed silhouet. We kunnen er helaas niks van brouwen en voor foto’s / filmpjes vliegt de vogel veel te ver. Echter, puur op basis van de ‘jizz’ en de grootte (direct te vergelijken met een Buizerd) moet dit eigenlijk wel een Schreeuw- of Bastaardarend zijn. Een Steppe- of Keizerarend lijkt onwaarschijnlijk (die zouden denk ik groter en langvleugeliger moeten overkomen), terwijl ook Zee-, Havik-, Dwerg- en Steenarend uitgesloten kunnen worden op ‘jizz’. Na circa een kwartier verdwijnt de vogel in de ‘mist’, zo hoog en ver vliegt ie inmiddels. Mijn hoop was dat ie nog ergens anders opgepikt kan worden, maar dit blijkt niet te gebeuren.
120. (16:06) Gekraagde Roodstaart
121. (16:13) Gele Kwikstaart
122. (16:13) Regenwulp
—– (16:25) aquila arend
123 (16:42) Slechtvalk
124 (17:05) Pontische Meeuw

We zetten onze traditie voort: in IJsselstein bezoeken we namelijk tijdens de Big Day de McDonalds. Met eten en al rijden we terug richting de Lek. Bij De Horde zien we onze gehoopte Grote Mantelmeeuw, maar helaas geen nieuwe stelten. De Koereigers die vanochtend over de Horde vlogen en iets verderop langs de lintbebouwing landden, zijn in geen velden of wegen te bekennen. Het is inmiddels bijna zeven uur en nu begint het echte sprokkelen. Via de snelweg rijden we naar Alphen aan den Rijn, waar de zoveelste poging voor Steenuil eindelijk wel raak is. Vlak langs de N11 t.h.v. Bodegraven zoeken we naar de eerder aanwezige Koereigers, maar we komen slechts wat gelijkende Pekingeenden tegen die ons in verwarring achterlaten… De Reeuwijkse Plassen zijn angstvallig leeg (qua vogels, want zeker niet qua mugjes…), wel ‘plussen’ we de Krooneenden. Langs de Twaalfmorgen zitten geen nieuwe steltlopers. Omdat we te horen krijgen dat de Kleine Rietgans bij Waddinxveen niet gezien wordt, slaan we die over en begint de missie ‘Dodaars’ en missie ‘Kolgans’. De eerste zoeken we bij het Weegje en in de nieuwe woonwijk Westergouwe (Gouda), waar Evert (wéér hij…) op het allerlaatste moment ineens een Dodaars in het riet ziet zitten. Kolgans zien we in het Doove Gat waar we met het enige overgebleven team ‘Wei de Vogels’ (Donny Dolman, Niels Zwartjes en Guido Posthuma) hebben afgesproken om in de schemering even bij te praten. Voor ons zit de dag er nu op, want nu het donker wordt kunnen we eigenlijk geen nieuwe soorten meer zien. Een prachtig zingende Kwartel direct achter het Doove Gat (net buiten de regiogrenzen) is voor ons de afsluiter.
125. (18:30) Grote Mantelmeeuw
126. (19:41) Steenuil
127. (20:12) Krooneend
128. (21:19) Dodaars
129. (21:36) Kolgans

Conclusie
In totaal zijn wij dit jaar uitgekomen op 129 soorten, een verbetering van ons record van vorig jaar (wat tevens ook het regiorecord was). In tegenstelling tot vorige jaren hebben we eigenlijk geen echte missers, of Koereiger zou daaronder moeten vallen. Door de hoge waterstand lieten de steltlopers het een beetje afweten, zo misten we o.a. Groenpootruiter, Bontbekplevier en Bonte Strandloper (die hadden andere groepjes wel). Ook Watersnip, Witgat, Zwarte Ruiter of Kleine Strandloper hadden met wat meer geluk wel mogelijk geweest. Ook Patrijs, Appelvink, Porseleinhoen, Grauwe Klauwier (grrr…) en een leuke rover (à la Visarend, Wespendief, Rode / Zwarte Wouw) waren misschien mogelijk geweest. Daar tegenover staat natuurlijk dat meerdere soorten veel soepeler verliepen dan gepland (ik noemde het hierboven al, o.a. Zwarte Roodstaart, Bonte Vliegenvanger, Gekraagde Roodstaart, Braamsluiper, Sperwer). Al met al denk ik dat we zeer tevreden kunnen zijn, we zo’n beetje alles eruit hebben gehaald wat er te halen viel en dat 130 wellicht het maximum is wat je kan zien in onze regio op 1 dag.

Aardige troostprijs voor het dippen van een Alpengierzwaluw

Zaterdag 25 maart 2023

Afgelopen dinsdag werd aan de rand van de stad Franeker (in Friesland) een Alpengierzwaluw ontdekt. Ook de volgende dagen werd de vogel gezien. Deze fraaie soort is in Nederland zelden twitchbaar, dus smeden broer Frank en ik een plan om zaterdag die kant op te gaan. Doordeweeks gaan was geen optie voor ons vanwege werkverplichtingen; bovendien is het niet te doen om na werk die kant op te tuffen (Franeker ligt helaas niet bepaald om de hoek voor een Utrechter). Gezien de weersvoorspellingen (regen en stormachtige wind) zijn de verwachtingen hooggespannen, want met zulk slecht weer zal de vogel niet gauw verkassen (is onze verwachting).

Frank staat om iets voor zevenen bij mij op de stoep en iets later beginnen we aan de lange tocht naar Friesland. De weersvoorspellingen zijn uitgekomen, want het waait vreselijk hard en we rijden geregeld buien tegemoet. Tegen kwart voor 9 komen we aan op de bestemming in Franeker; er loopt al een handjevol vogelaars te zoeken naar de Alpengierzwaluw, maar van de vogel ontbreekt ieder spoor. We lopen langs de plekken waar ‘ie de afgelopen dagen regelmatig is gezien, schuilen af en toe in de auto tegen de wind, maar de dwaalgast komt helaas niet meer in beeld. Ook enkele stops in het dorp op locaties met redelijk open zicht leveren geen succes op.

We kiezen ervoor om rond elven voorzichtig richting huis te gaan vogelen, zodat we nog enigszins in de buurt zijn als de Alpengierzwaluw onverhoopt toch weer gemeld wordt. Onze eerste twee stops liggen op de Afsluitdijk, waar we op de heenweg al vanuit de rijdende auto Grote en Middelste Zaagbekken en 2 Krooneenden zagen. Bij Kornwerderzand zwemt een groep van ongeveer 100 Toppers op de Waddenzee. Vervolgens rijden we naar Breezanddijk om te kijken of daar een leuke verrassing op ons ligt te wachten.

Aan de IJsselmeerkant zien we rond kwart voor 12 direct een groep duikeenden onderaan de dijk liggen: vooral Kuifeenden, maar ook opnieuw enkele Toppers. Iets verderop zwemmen enkele Middelste en Grote Zaagbekken. Het duurt niet lang voordat Frank alarmeert: hij heeft namelijk een verdachte topper in beeld waarbij hij direct aan Kleine Topper moet denken! De vogel ligt vrij dichtbij tussen de andere duikeenden, maar door de keiharde wind en het felle tegenlicht is de determinatie lastig te bevestigen. Bovendien slaapt de vogel vooral, slechts eenmaal zit de vogel kort met de kop uit de veren maar het gaat te snel om iets te kunnen zien. Wij sluipen heel voorzichtig de dijk af om beter zicht te hebben op de groep. Een slechte keuze blijkt al snel, want de gehele groep zwemt direct van ons af, de haven uit. Shit!

We houden de vogel in beeld, maar nu op veel grotere afstand. Door de gure omstandigheden hebben wij de snavel en de vleugels nog steeds niet kunnen beoordelen; twee belangrijke pointers om vooral gelijkende hybrides uit te kunnen sluiten. We kiezen ervoor om de vogel alvast met een slag om de arm te piepen via Dutch Bird Alerts zodat vogelaars in de buurt gealarmeerd zijn en wellicht kunnen helpen. Na een tijdje vliegt de vermoedelijke Kleine Topper ineens samen met 2 gewone Toppers een klein stukje onze kant op, waarbij we de tweekleurige vleugelstreep op de foto’s terug zien; yes!

Kleine Topper (midden) met 2 Toppers, let op de tweekleurige vleugelstreep – Lesser Scaup (center) and 2 Greater Scaups

Het duurt lang, maar na circa een uur komt de groep langzaam maar zeker weer richting ons gezwommen. Rond twee uur (dus ruim 2 uur na de ontdekking!) zit de groep met daarin de Kleine Topper eindelijk weer op de plek van de ontdekking en nu laat de vogel zich geweldig zien: een op en top Kleine Topper! Het waait nog steeds veel te hard en er komt nu zelfs af en toe een buitje over, maar het deert ons niet meer. Zelfs de snavelnagel kunnen we nu goed beoordelen én fotograferen.

Kleine Topper – Lesser Scaup
Kleine Topper – Lesser Scaup
Kleine Topper met op de voorgrond een vrouw Topper – Lesser Scaup and Greater Scaup
Kleine Topper (rechts) en Topper (links) – Lesser (right) and Greater Scaup (left)

Een leuke bonus zijn de 3 groepjes Dwergmeeuwen die overvliegen, leuk!

Dwergmeeuw – Little Gull

Het is inmiddels na drieën en na dit geweldige hoogtepunt vinden Frank en ik het genoeg geweest en beginnen we aan de terugreis. Alleen bij Kamerik stoppen we nog even, want hier lopen 2x 2 Zwartkopmeeuwen te foerageren in het gras, altijd een leuke soort! En zo komt er een einde aan deze opmerkelijke dag zonder Alpengierzwaluw, maar met een ‘eigen’ Kleine Topper. Om aan te geven hoe zeldzaam de soort is: op dit moment zijn er 31 Kleine Toppers aanvaard in ons land. Daarbij dient opgemerkt te worden dat er in het begin van de maand een bij Lemmer (ZW-Friesland) zat die niet meegenomen is in dit aantal; mogelijkerwijs betreft ´onze’ vogel hetzelfde individu.

Ringsnavelmeeuw binnen de gemeentegrenzen!

Woensdag 15 maart 2023

Gistermiddag kom ik rond 16:45 thuis van werk als ik zie dat ik een hoop Whatsappjes gemist heb. Wat blijkt: de bekende Ringsnavelmeeuw met zender die de laatste jaren regelmatig ’s winters in België opduikt, is gepeild naast Woerden! Direct spoed ik me naar de recreatieplas Breeveld, waar regelmatig grote groepen meeuwen verzamelen om te gaan slapen. Samen met zo’n 6 man speuren we de 1000-en meeuwen op het water af, maar helaas ontbreekt ieder spoor van de zeldzame meeuw. Er zwemmen enkele Zwartkopmeeuwen op het water en een Lepelaar vliegt over.

Vanochtend wordt iets meer duidelijk over de bewegingen die de meeuw gisteren gemaakt heeft. De vogel blijkt pas in de nacht in Breeveld te zijn aangekomen en overnacht te hebben nabij Vinkeveen. Overdag foerageerde de Nearctische dwaalgast in verschillende polders rondom Woerden en Harmelen. De vogel zou zomaar nog ter plaatse kunnen zijn, maar helaas wordt de GPS maar 1x per dag (op woensdag in de late namiddag) uitgepeild en kunnen zoekers woensdagochtend de vogel niet terugvinden.

Tegen 4 uur komt het verlossende bericht dat de Ringsnavelmeeuw nog in Nederland zit. Hij heeft de nacht van 14 op 15 maart geslapen nabij Loosdrecht en is het laatst (woensdag 15:00 uur) gepeild in een weiland bij Harmelen. Het duurt vervolgens niet lang voor de vogel door de eerste vogelaars gezien wordt. De hoogste tijd om die kant op te gaan! Op het station Woerden pik ik Daan van Braak op en samen rijden we snel naar de parallelweg van de A12 bij Harmelen, waar de vogel moet lopen. Als we op de bestemming arriveren, zien we gelijk al auto’s staan en enkele meeuwen vlakbij de weg lopen in het weiland. Even later bekijk ik een prachtige Ringsnavelmeeuw door de telescoop.

In het daaropvolgende uur zit er weinig verandering in de situatie. Samen met zo’n 50-100 andere vogelaars (veel Utrechters en uit regio Rotterdam) kunnen we de Amerikaanse zeldzaamheid uitgebreid bekijken, op een mooie afstand en met het zonnetje in de rug. Erg fraai! Zie onderstaand filmpje en foto. Met grote dank aan Jeroen Nagtegaal voor de tijdige updates en Michael Kars die de vogel bij Harmelen terugvond.

Ringsnavelmeeuw – Ring-billed Gull

Het gaat hier om ‘Kajzerka’, een Ringsnavelmeeuw die al jaren door Europa zwerft. De meeuw is in 2005 in Polen geringd (rood PAA3) en pas recent van een zender voorzien. In Nederland is de vogel eerder opgepikt in Limburg in februari-maart 2012 en in maart 2022 vlakbij Zevenaar. Ook heeft de vogel (een mannetje) Nederland meermaals ongezien doorkruist. Leuk is dat Paul van de Werken, Gert Vonk, broer Frank, vader Peter en ik deze vogel eerder in Limburg zagen. Een weerzien met een oude bekende dus.

Rond kwart over 6 / half 7 houden Daan en ik het voor gezien en vertrekken we weer richting huis, met een zeer fraaie nieuwe regio- en gemeentesoort rijker.

Zeldzame ganzen in de regio in winter 2022/23

Door de vele uitgestrekte polders is de regio altijd al populair geweest bij overwinterende ganzen. Vooral Kolganzen overwinteren hier in grote aantallen, terwijl Brandganzen in veel lagere aantallen aanwezig zijn (normaliter groepen van max een paar 100; alleen rondom Reeuwijk soms grotere groepen). Tussen deze grote aantallen ganzen worden zo nu en dan ook zeldzame ganzensoorten opgepikt, zoals Dwerg-, Roodhals- of Rotganzen (lokale zeldzaamheid). Dwerggans duikt sinds 2000 gemiddeld ongeveer 1x per jaar op; Roodhals- en Rotgans lijken iets algemener met 1-5 gevallen per jaar. De laatste 5-10 jaar lijken de aantallen ganzen (en daarmee ook de zeldzame soorten) wat teuggevallen te zijn. Deze winter zijn er overal echter belachelijk grote groepen ganzen aanwezig in de regio; ook de zeldzame ganzen zijn (zeer) goed vertegenwoordigd. Dit geldt vooral voor de Dwerggans.

Sinds 2000 zijn er 21 gevallen van Dwerggans ingevoerd in de regio, wat neerkomt op ongeveer 1 geval per jaar. Dit zal natuurlijk een onderschatting zijn van de daadwerkelijke aantallen in de regio, want door de uiterlijke overeenkomst met Kolgans zullen er ongetwijfeld velen over het hoofd gezien worden. Deze winter begon het met een gekleurringd exemplaar tussen de Kol- en Brandganzen in Polder Reeuwijk op 26 november. De vogel is afkomstig van het Zweedse herintroductieproject. Op 29 januari werd een tweede exemplaar gevonden tussen Kolganzen in Polder Nieuwkoop, ook gekleurringd en wederom afkomstig uit Zweden. Tot zover is er nog niet heel veel geks aan de hand. Vanaf februari was het hek van de dam: er volgden maar liefst 9 gevallen. De meeste betroffen losse exemplaren tussen de Kolganzen, maar er waren ook groepjes van 2, 4 en zelfs 7 exemplaren. Een (Zweeds) exemplaar met zender werd meerdere keren gepeild in de regio en dit exemplaar werd (samen met enkele soortgenoten) meermaals in het veld gezien door waarnemers. Opvallend was een geringd exemplaar op 17 februari bij Zegveld; de volgende dag werd dit individu niet meer teruggevonden, maar doken er op exact hetzelfde grasland wel ineens 2 ongeringde (en dus ‘nieuwe’) exemplaren op. Bijna de helft van de 11 gevallen in de winter 2022/2023 was geringd en afkomstig van het Zweedse herintroductieproject. Van de andere gevallen is de herkomst niet bekend, maar aannemelijk is dat ook deze vogels van Zweedse origine zijn (al kun je Russische beesten nooit 100% uitsluiten als ze ongeringd zijn).

Tabel 1. Gevallen van Dwerggans in de regio in de winter 22/23. Streepjes in de kolom ‘Geval’ staan voor vervolggevallen.

GevalDatumExGebiedOpmerkingen
12022-11-261Reeuwijk – Polder Reeuwijk – Oost [ZH]Geringd, Zweeds
22023-01-291Nieuwkoop – Polder Nieuwkoop [ZH]Geringd, Zweeds
32023-02-084Mijdrecht – Polder De Derde Bedijking [UT]Zweeds, oa 1 met zender
42023-02-112Nieuwkoop – Polder Nieuwkoop [ZH]Ongeringd, 2 2kj
2023-02-137Mijdrecht – Polder Groot-Mijdrecht [UT]Zweeds, oa 1 met zender
52023-02-171Zegveld – Polder Achttienhoven [ZH]Geringd, Zweeds
62023-02-182Zegveld – Polder Achttienhoven [ZH]Ongeringd
72023-02-181Vinkeveen – Demmerikse Polder [UT]Ongeringd
82023-02-191Portengen / Portengense Brug [UT]Ongeringd, 2kj
92023-02-211Driebruggen – Polder Lange Weide [ZH]Ongeringd
102023-02-211Breukelen – Polder Groot en Klein Aa [UT]
Poten niet gezien
2023-02-224Nieuwer ter Aa – Polder Oukoop [UT]Zweeds, oa 1 met zender
112023-02-251De Ronde Venen – Botsholse Dwarsweg [UT]Poten niet gezien

Dwerggans bij Reeuwijk op 26 nov – Lesser White-fronted Goose near Reeuwijk on 26 November

Ook Rotganzen werden deze winter in de regio waargenomen. Deze soort is algemeen en talrijk langs de kust, maar in het binnenland wordt deze soort slechts sporadisch gezien. In de eigen regio begon het deze winter op 30 december. met een exemplaar langs de Hollandse Kade. Daarna volgden nog 4 gevallen. Bijzonder was een groepje van 4 stuks op 25 t/m 27 februari in Polder Reeuwijk, want groepen worden amper tot nooit gezien in de regio. Sinds 2000 werd er slechts 4x een hoger aantal in de regio gezien, met als hoogste aantal 50 stuks.

Tabel 2. Gevallen van Rotgans in de regio in winter 2022/23.

GevalDatumExGebiedOpmerkingen
12022-12-301Kockengen – Polder Gerverscop [UT]1kj
22023-02-101Nieuwkoop – Polder Nieuwkoop [ZH]Leeftijd onbekend
32023-02-191Nieuwer ter Aa – Bosdijk / Boterwal [UT]2kj
42023-02-24 t/m 2023-02-251Mijdrecht – De Bovenlanden [UT]Mogelijk zelfde als geval #3?
52023-02-25 t/m 2023-02-274Reeuwijk – Polder Reeuwijk – Oost [ZH]Groepje
Rotgans nabij Breukelen op 19 februari – Brant Goose near Breukelen on 19 February

Ondanks de felle kleuren is de Roodhalsgans meestal verrassend lastig uit een groep Kolganzen te halen. Vaak valt de brede witte flankstreep eerder op dan de rode borst en wang, zeker op afstand of met slecht licht. De soort was deze winter met 7 gevallen ongeveer even zeldzaam als de Rotgans. Vooral een exemplaar bij Vinkeveen trok redelijk veel bekijks. Naast deze gevallen waren er ook nog 2 verschillende bewezen escapes met kwekersringen: langs de Twaalfmorgen op 15 november en op 19-25 februari in rondom Reeuwijk. Opvallend is dat op dezelfde locatie op 28-29 januari en op 10 februari ook al een exemplaar verbleef waarvan de ongeringdheid niet bevestigd kon worden; mogelijk betroffen deze waarnemingen dezelfde ontsnapte vogel.

Tabel 3. Gevallen van Roodhalsgans in de regio in de winter 22/23. Streepjes in de kolom ‘Geval’ staan voor vervolggevallen.

GevalDatumExGebiedOpmerkingen
12022-10-011Lopik – Telpost De Horde [UT]Overvliegend
22022-10-181Montfoort – Polder Blokland [UT]
32022-12-151Nieuwkoop – Polder Nieuwkoop – Aarlanderveense Weg [ZH]
42023-01-02 t/m 2023-01-191Vinkeveen – Demmerikse Polder [UT]2kj, zeker ongeringd.
2023-01-211De Ronde Venen – Botsholse Dwarsweg [UT]Wrs zelfde als #4
52023-01-111Montfoort – Polder Blokland [UT]
62023-01-28 t/m 2023-01-291Reeuwijk – Polder Reeuwijk – Oost [ZH]
2023-02-101Reeuwijk – Polder Reeuwijk – Oost [ZH]Wrs zelfde als #6
72023-02-111Nieuwkoop – Polder Nieuwkoop [ZH]
Roodhalsgans vlakbij Vinkeveen op 2 jan – Red-breasted Goose near Vinkeveen on 2 January

De hogere aantallen zeldzame ganzen staan niet op zichzelf, want in de gehele regio werden enorme aantallen Kolganzen gezien. Ik heb niet eerder zoveel ganzen gezien als deze winter. Op sommige dagen zagen polders zwart van de ganzen. Als voorbeeld: rondom Nieuwkoop zat in begin en medio februari misschien wel om de kilometer een groep van duizend stuks of (veel) meer. Voorzichtige schattingen kwamen uit op 15.000 Kolganzen in alleen al deze polder en dat is eerder een onder- dan overschatting. Met een rondje door heel de regio kon je misschien wel op 30.000 Kolganzen uit komen, want op datzelfde moment zaten er ook grote groepen rondom Wilnis, Reeuwijk en Waverhoek. Dan is een Roodhals-, Dwerg- of Rotgans hier of daar niet zo vreemd natuurlijk. Ik heb me er prima mee vermaakt in een verder erg tamme winter.

Verder viel me op dat er in het hele land met regelmaat Dwergganzen werden opgemerkt tussen de Kol- of Brandganzen, voor mijn idee meer dan in andere winters. Zo dook de soort op in westelijk Noord-Brabant, op Texel (pas het 8e geval voor het eiland), bij Markelo, Vlaardingen, Goedereede, Sneek, de Krimpenerwaard en rondom Spaarndam. In sommige gevallen ging het om meerdere losse exemplaren of zelfs om kleine groepjes. Naast deze locaties werden ook exemplaren gevonden tussen de grote groepen Toendrarietganzen in NO-Nederland. Wat de oorzaak van de vele waarnemingen is, is onduidelijk. Enerzijds meldt een recent artikel in de Sovon Nieuws dat Zeearenden in het bekende overwinteringsgebied in Strijen regelmatig de (Dwerg)ganzen de stuipen op het lijf jagen en dat ze wellicht daardoor meer spreiden. Anderszijds meldt Kees Koffijberg dat de groep Dwergganzen bij Sneek niet behoort tot de vaste Strijen- of Camperduingroep en dat die dus uit een ander overwinteringsgebied komen. Wat de oorzaak ook mag zijn, van mij mogen Dwergganzen ook de komende winters met regelmaat blijven opduiken, zeker als dat gepaard gaat met zulke aantallen Kolganzen, want het is en blijft een prachtige soort!

Twitchen rondom Rotterdam

Zondag 12 februari 2023

Deze winter is het vrij rustig met echte zeldzaamheden. Dinsdag 7 februari brengt daar echter verandering in, als Cornelis Fokker rond het middaguur een Pacifische Waterpieper vindt tussen de Waterpiepers op een akker onder de rook van Rotterdam (bij Puttershoek). Cornelis ringt in zijn vrije tijd Waterpiepers en zoekt de afgelopen winters op wekelijkse basis waar ‘zijn’ piepers zich ophouden op de IJsselmonde. Dit jaar is het dus jackpot met een nieuwe soort voor Nederland. Het nieuws verspreidt zich snel en het duurt niet lang voor de vogel ook door anderen gezien wordt. Rond dat moment zit ik op mijn werk in Rotterdam, op hemelsbreed 10 km afstand van de locatie. Aan het eind van de middag rijd ik dan ook gelijk langs de locatie en lukt het me de vogel te zien. Echter, ik heb zelf geen telescoop bij me (wie verwacht zoiets nou midden in de winter) waardoor ik de vogel ‘slechts’ een paar tellen door iemand anders telescoop te zien krijg. Voor zo’n enorme zeldzaamheid is dat niet bepaald bevredigend, zeker gezien de afstand en het feit dat de vogel bij een snelle blik redelijk op een Waterpieper lijkt. Op woensdag- en donderdagmiddag zoek ik opnieuw naar de vogel, nu met telescoop maar zonder resultaat. Zaterdag stond al een dagje vogelen in de eigen regio op de planning (niet slecht trouwens, met o.a. 2 Dwergganzen en een Roodhalsgans). Zondag moet het dan dus gebeuren.

Ik pik broer Frank en Jorian Eijkelboom op bij Reeuwijk en we rijden eerst naar Vlaardingen, waar een Dwerggors overwintert in riet en ruigte langs de Krabbeplas. Direct bij aankomst zien we veel Rietgorzen en het duurt niet lang voor de Dwerggors acte de présence geeft. De vrij zeldzame gors laat zich bij tijd en wijle erg fraai bekijken, al foeragerend langs het fietspad en in de knotwilgjes. Af en toe roept de vogel ook. Fijn dat deze vogel nu zo goed meewerkt, zeker omdat Frank en ik de vogel in januari al een keer miste.

Dwerggors – Little Bunting

Nu wordt het echt tijd voor het ‘hoofdgerecht’, oftewel op naar de Pacifische Waterpieper. Langs de Tweede Kruisweg sluiten we ons aan bij de andere vogelaars. Er lopen wel Waterpiepers op de (uitgestekte) akker, maar de vogel is op dat moment niet in beeld; op verschillende plekken staan vogelaars te kijken over dezelfde akker. Na een paar minuten krijgen we via via door dat de vogelaars aan de overkant de vogel hebben teruggevonden en na wat heen en weer gebel met vogelaars aan de andere kant, besluiten Frank, Jorian en ik naar de overkant te gaan. We rijden een klein stukje om, moeten vervolgens een paar km lopen en kunnen dan aansluiten bij de vogelaars. Vanaf hier zien we de Pacifische Waterpieper al snel lopen; op zeker 150 meter afstand loopt de zeldzaamheid tussen de Waterpiepers. De piepers verdwijnen geregeld tussen de grote kleikluiten, maar met wat geduld laat de Aziatische zeldzaamheid zich goed bewonderen, ondanks de afstand. De vogel knalt er best wel uit door o.a. de egaal donkere rug (bruiner bij gewone Waterpieper), het ‘open’ gezicht, de kenmerkende samengeklonterde zwarte vlekken in de hals en de lichte flanken en buik.

De Pacifische Waterpieper heeft twee ondersoorten die beide in Europa te verwachten zijn als dwaalgast. De Amerikaanse ondersoort ‘rubescens’ lijkt oppervlakkig gezien meer op een Oeverpieper en wordt jaarlijks met circa 5-20 vogels opgemerkt langs westkust van Europa (vooral Groot-Brittannië en IJsland), terwijl de Siberische ondersoort ‘japonicus’ qua uiterlijk oppervlakkig gezien een beetje tussen Gras- en Waterpieper in zit en in Europa o.a. is waargenomen in Zweden en Frankrijk. Bij de Nederlandse vogel gaat het (hoogstwaarschijnlijk) om de ondersoort ‘japonicus’, frappant genoeg de zeldzaamste van de twee ondersoorten.

In de volgende twee uur zien we de Pacifische Waterpieper langdurig foerageren op dezelfde akker. De vogel is bijna continu te bewonderen, al verdwijnt de pieper natuurlijk wel nog steeds achter en tussen de kluiten klei. De waarneming is echter beter dan ik van tevoren had gehoopt, zeker met de waarnemingen van de afgelopen dagen in het achterhoofd. Tegen half 4 vinden we het wel mooi geweest en wordt het tijd om met een zeer tevreden gevoel naar huis te gaan. De oprit naar de A29 toe blijkt echter te zijn dichtgezet en na wat omrijden door grote polders en kleine dorpjes (zoals Klaaswaal, nooit van gehoord) zien we langs de weg een mooie groep Brandganzen op niet al te grote afstand. Geen idee waar we ons bevinden op dat moment. We besluiten even te stoppen en dat blijkt geen slechte keuze, want al snel pikt Frank een Roodhalsgans uit de groep. Het wordt nog gekker, want in totaal lopen er 3 Roodhalsganzen en een Rotgans (vast ook geen algemene soort in deze regio) in de groep. Wauw! Een blik op de kaart leert ons dat we aan de rand van het Oudeland van Strijen staan, een plek waar de hele winter al meerdere Roodhalsganzen verblijven. Maar dat maakt het natuurlijk niet minder leuk.

Roodhalsgans – Red-breasted Goose (photo: Jorian Eijkelboom)
Rotgans – Brant Goose (photo: Jorian Eijkelboom)

Nu wordt het echt tijd om naar huis te gaan. Een mooie bonus is dat we gratis door de toltunnel bij Dordrecht mogen (waarschijnlijk vanwege de afgezette oprit langs de A29). Ik zet Frank en Jorian af bij Reeuwijk en rijd het laatste stukje met een zeer tevreden gevoel naar huis, wat een succesvol dagje!

Rondje Delta

Zaterdag 21 januari 2023

Al even worden er meerdere leuke soorten in het Deltagebied gemeld, dus wordt het weer eens tijd om een uitgebreide ronde te maken door Zeeland en het aangrenzend deel van Zuid-Holland. Frank, Peter en ik beginnen niet al te vroeg in de buitenhaven van Vlissingen, waar naast de bekende adulte Grote Burgemeester ook al enige tijd een Kleine Alk rondzwemt. Het is even zoeken, maar uiteindelijk zien we de Grote Burgemeester, de Kleine Alk én minstens 4 ‘gewone’ Alken in de haven. Ook een IJsvogel is van de partij.

Kleine Alk – Little Auk
Alk – Razorbill

De volgende stop is Dishoek, waar een (Siberische) Braamsluiper overwintert in een villawijk. Op dit moment is een determinatie van Siberische Braamsluipers zonder DNA niet mogelijk. Gelukkig zijn eerder al poepjes van deze vogel verzameld, dus uiteindelijk zal de determinatie wel rondkomen. Eenmaal ter plekke vinden we de Siberische Braamsluiper al snel terug in een naaldboom in een voortuin langs de weg. De zeldzaamheid laat zich prima zien én horen, fijn!

Siberische Braamsluiper – Siberian Lesser Whitetroat (ssp blythi)

We vervolgen onze weg naar Neeltje Jans en de Brouwersdam. We rijden bijna letterlijk langs het dorpje Gapinge, waar een verwilderde populatie Kwakken rondvliegt. De status van de Kwak in Nederland is flink vertroebeld door de meerdere verwilderde populaties uit dierentuinen (o.a. Artis, Blijdorp, Avifauna). We zien rond de 30 exemplaren van verschillende leeftijden.

Kwak – Black-crowned Night Heron
Kwak – Black-crowned Night Heron

Tussen het Veerse Meer en Neeltje Jans foerageren 2 Zwarte Ruiters, een Waterral en een IJsvogel in één en dezelfde sloot. Duidelijk een voedselrijk plekje! Op Neeltje Jans zijn de gehoopte Kuifaalscholvers betrekkelijk snel gevonden. De vogels zijn al in prachtkleed. Langs de weg zit bovendien een Sperwer in een duindoorn.

Kuifaalscholvers – European Shags
Sperwer – Eurasian Sparrowhawk

Het is al rond half 4 als we de Brouwersdam op rijden. Normaal is dit de topplek in de Delta met veel leuke soorten, maar nu valt het eigenlijk een beetje tegen. Het levert de gebruikelijke Middelste Zaagbekken, Brilduikers en enkele Roodkeelduikers, Kuifduikers en 1 Geoorde Fuut op. Geen IJseend en geen IJsduiker. Bij de spuisluis zitten helaas ook weinig meeuwen. Het licht wordt al minder maar toch willen we nog even kijken bij Ouddorp, waar vandaag al Dwergganzen en een Roodhalsgans gemeld waren. We zien grote groepen ganzen, maar mede door de tijdsdruk zien we geen van beide soorten. Een troostprijs zijn de 2 Koereigers, een soort die de laatste jaren steeds algemener en algemener wordt. De laatste stop in de haven van Stellendam levert helemaal niks meer op, dus tijd om een punt achter deze vogeldag te zetten en op huis aan te keren.

Woerdenjaarlijst 2022

In 2022 wilde ik wat nieuws proberen, namelijk een jaar lang proberen om zo veel mogelijk vogelsoorten waar te nemen in mijn eigen gemeente (Woerden). Jaarlijsten is niet echt mijn ding, maar op zo’n kleine schaal leek het me wel eens leuk om te proberen. Het was vooral een smoes om zo vaak mogelijk naar buiten te gaan, al is het maar 2 uurtjes voor of na het werk. Dit betekende trouwens niet dat ik in 2022 nooit buiten de gemeente zou gaan vogelen: er werden regelmatig bezoekjes gebracht aan gebieden elders in de regio, of ver daarbuiten. Voor zover ik weet, heeft nog nooit iemand een jaarlijst bijgehouden in de gemeente Woerden, dus van tevoren had ik geen beeld welk aantal mogelijk was.

Om een kort beeld te scheppen: de gemeente bestaat hoofdzakelijk uit bebouwd gebied (naast de stad Woerden o.a. de dorpen Zegveld, Harmelen, Kamerik en Kanis) met daaromheen veenweidelandschap. De natuurwaarden zijn hier over het algemeen behoorlijk laag. De leukste gebieden leken Breeveld (recreatiegebied direct tegen Woerden aan met houtkades, 2 zandwinplassen en kleine rieteilandjes), Bredius en begraafplaatsen (Meeuwenlaan, Rijnhof) in Woerden voor zangvogels, het Vijverbos (klein bosgebied met enkele mooie lanen met oude bomen) en de Hollandse Kade nabij Teckop (iets minder intensief gebruikt veenweideland met aardige aantallen weidevogels). De Kamerikse Nessen leken op voorhand ook heel interessant voor rietvogels, maar dit natuurreservaatje bleek helaas afgesloten tijdens de leukste periode (april-juni) vanwege broedende weidevogels. Ik wist voor de start al dat bos- en heidevogels en steltlopers erg lastig zouden gaan worden vanwege het ontbreken van geschikt habitat. Meestal ging ik met de fiets eropuit, alleen in sommige gevallen (met slecht weer of tijdens ganzen kijken) werd de auto gepakt. Van schaarse en zeldzame soorten probeerde ik zo veel mogelijk een bewijs te maken in de vorm van een fotootje of geluidsopname, voor zover dat mogelijk is natuurlijk.

Gemeentegrenzen (binnen de blauwe lijnen). Zuidgrens is de A12. De leukste gebieden zijn in blauw aangegeven. Gebieden zoals de Nieuwkoopse Plassen en Haarzuilens liggen helaas net buiten de gemeente.

Het jaar
Januari
In januari ging ik vol goede moed van start. Op nieuwjaarsdag liepen Frank en ik een grote ronde bij Breeveld. Naast de eerste algemene soorten zagen we ook de vrouw Zwarte Zee-eend die wij hier in november 2021 vonden. Een goede om gelijk te hebben! In de eerste twee weken van het jaar ging ik bijna elke dag naar buiten en meer leuke soorten volgden: een mooie groep Kleine Zwanen bij Zegveld, een Kleine Barmsijs, Boomklever (erg schaars rondom Woerden) en Ringmus in de stad Woerden en Waterpieper & Blauwe Kiekendief bij de blauwgraslanden langs de Meije. Geen wereldschokkende waarnemingen, maar wel allemaal schaarse soorten voor Woerden. Op 10 januari werd ik vrolijk verrast door een roepende Matkop langs de houtkades van Breeveld. Vroeger was de soort regelmatig te vinden langs de vele houtkades die het Groene Hart rijk is, maar op veel plekken hebben de populaties helaas niet standgehouden. Hier gelukkig dus wel! Het zou dit jaar de enige plek in de gemeente Woerden blijken waar ik deze schaarse soort zou aantreffen, wel lijken max. 3 exemplaren zich het hele jaar op te houden langs deze houtkades. Diezelfde dag waren ook Dodaars, Tafeleend en Groene Specht nieuw voor mijn Woerdenjaarlijst.

Enkele dagen later zag ik op een mistige dag mijn 1e Pontische Meeuw van het jaar langs de Oude Meije, op de grens van de gemeente (gelukkig ook aan de goede kant van de grens). De polders tussen Kamerik en Kockengen moest ik bezoeken voor soorten van open polderland. Erg blij was ik met 2 Kleine Rietganzen, 1 Toendrarietgans, een tp Slechtvalk en een familie Wilde Zwanen! Vooral eerst- en laatstgenoemde soort zijn zeldzaam aan de grond in de gemeente. Tot slot werden de eenden op Breeveld meermaals in de week gecheckt op leuke soorten: zo zag ik in de stromende regen een vrouw Nonnetje, man Brilduiker en man Pijlstaart op één middag op de natuurplas. Met dank aan Diederik Kok voor het appje. Op 21 januari vloog een Raaf over de recreatieplas, een soort waar ik vooraf niet echt rekening mee had gehouden. Op 30 januari zagen Frank en ik bovendien een jonge Purperreiger langs het moerasje aan de achterkant van de natuurplas Breeveld, mijn eerste waarneming ooit van deze soort in de winter. Ik sloot januari af met 85 soorten.

Februari
De eerste week van februari was ik geveld door corona. Daarna ging ik vooral in Breeveld opnieuw op zoek naar nieuwe soorten. Het leverde mijn 2e Pontische Meeuw van het jaar op (ook direct mijn eindtotaal in de gemeente). Geen nieuwe zwemvliezen helaas (hoopte bv op Krooneend, Geoorde Fuut of zeldzamere eenden / duikers); ook Grote Mantelmeeuw wilde niet lukken. Verder bezocht ik meerdere malen het Vijverbos, zeker omdat Daan van Braak en ik in januari eenmaal een Middelste Bonte Specht dachten te horen. Helaas trof ik daar later niks meer aan… De Matkoppen en Kleine Barmsijzen (en 1 Grote?) bleven wel aanwezig in Breeveld. Samen met Heggenmus was Ransuil (op 23 feb vanaf mijn werk in Woerden-Centrum) mijn enige toevoeging in februari…

Maart
In februari zat het niet echt mee, maar in maart had ik meer geluk en groeide de lijst met 19 soorten naar 106 soorten. Op 3 maart vlogen 2 Zeearenden over de natuurplas en zag ik mijn eerste Zwartkopmeeuw van het jaar op de recreatieplas. De volgende dag leverde mijn eerste de beste gerichte zoektocht naar Grote Lijsters direct een foeragerend ex op naast de begraafplaats Rijnhof. Op 5 maart maakten Frank en ik een grote fietsronde door de polders en langs Vijverbos. Het leverde o.a. veel Zwartkopmeeuwen, een Roodborsttapuit (broeden niet in de gemeente), Veld- en Boomleeuwerik, Goudplevier, Kemphaan, Grutto en Tureluur op. Op 13 maart ontdekte aanstormend talent en mede-Woerdenaar Joël de Wit een Siberische Tjiftjaf (zang) langs ’s Gravensloot aan de noordkant van Woerden, die moest natuurlijk bezocht worden. Verder werden terugkerende zomergasten (Rietgors, Blauwborst, Kleine Plevier, Zwartkop) toegevoegd aan de jaarlijst en waren Zomertaling (man, Breeveld) en Zwarte Roodstaart (tuinsoort!) fijne bonussen.

April
Regelmatig bezocht ik Breeveld voor schaarse doortrekkers en terugkerende (algemene) zomergasten. Bijna elk bezoekje leverde me een nieuwe zomervogel op. Met genoeg geduld zag ik ook schaarse soorten. Zo zag ik o.a. 2 overvliegende Bosruiters (door gebrek aan plasdras is ze ergens aan de grond zien haast onmogelijk), 5 Beflijsters, 2 Dwergmeeuwen, Sprinkhaanzanger en Snor (schaars hier), opnieuw Raaf, Tapuit en (eindelijk) Witgat. In de bosschages zat bovendien een Nachtegaal te zingen, een zeldzame maar vrijwel jaarlijke soort in de gemeente. Ik keek regelmatig omhoog voor overvliegende roofvogels, het leverde me 2 Zeearenden op over de tuin (maar helaas geen wouwen of Visarend). Op tweede paasdag 18 april gebeurde waar je vooraf op hoopt, maar waar je (zeker zo ver in het binnenland) weinig rekening mee houdt: ik vond een dwaalgast. Onderweg naar Breeveld stopte ik om een Grote Zilverreiger te fotograferen in de sloot naast me, toen er een klein zangvogeltje in de bramen aan de overkant inviel: een Westelijke Baardgrasmus. Die dag zagen zeker 200 man de vogel; de volgende dag kon hij echter niet meer teruggevonden worden.

Mei
Eind april stond de teller op 128 soorten en in mei zou de lijst groeien naar 141 soorten. Dit kwam door laat terugkerende broedvogels (bv Gierzwaluw, Grauwe Vliegenvanger, Spotvogel, Bosrietzanger, Zwarte Stern), maar ook door schaarse doortrekkers. Op 1 mei zag ik toch nog een Paapje, een mooie man in Breeveld. Ook Braamsluiper kostte meer moeite dan ik gedacht had, maar uiteindelijk vond ik zingende vogels op 2 plekken. Erg leuk was een bezet nest met Boomvalken dat ik begin mei vond. Op 17 mei zag ik verrassenderwijs 2 overvliegende Kluten bij Breeveld (zeldzaam in de gemeente), terwijl ik op 19 mei succesvol een Koereiger twitchte langs de Hollandse Kade. Na vele avondrondjes voor uilen had ik in mei eindelijk wel resultaat: ik vond zingende Ransuilen (2 locaties), Bosuilen (2 locaties met piepende jongen) en op 1 plek een rondvliegende Kerkuil. Alleen Steenuil wilde niet lukken. Bij de Kamerikse Nessen zocht ik (vanaf openbare paden) naar een eventueel zingende Roerdomp, maar er zong alleen een Snor. De enige Roerdomp die ik hoorde, zat helaas aan de verkeerde kant van de gemeentegrens.

Juni – Juli
In juni en juli viel er heel weinig te beleven in de gemeente. Een wandeling met de familie langs de recreatieplas Breeveld leverde op 2 juni een Geoorde Fuut op, daar had ik niet meer op gerekend. Ik maakte in begin juni meerdere avondrondjes in de hoop op een Woudaap, Krekelzanger of Noordse Nachtegaal, maar het mocht niet baten. Eind juni vond ik wel een plek met jonge Ransuilen, leuk!

Augustus
Na een rustige periode van 2 maanden pakte ik medio augustus de jaarlijst weer op. Voor eind augustus en september had ik een paar wenssoorten staan: o.a. Bonte Vliegenvanger, Gekraagde Roodstaart, Boompieper, Geelpootmeeuw, Wespendief en Visarend. Eind augustus kan leuk zijn voor o.a. strandlopers en ruiters, Morinelplevier, Kwak, Waterrietzanger, Duinpieper, Ortolaan of Draaihals. Daarom bezocht ik regelmatig Breeveld en andere geschikte terreinen. Door de droogte lag er langs de recreatieplas bovendien een brede slikrand. Het leverde jammer genoeg geen nieuwe steltlopers op, alleen Witgatjes, Oeverlopers en een (overvliegende) Bosruiter. Overvliegende Boompiepers waren relatief makkelijk en na een paar bezoeken was een andere doelsoort binnen: een 1kj Geelpootmeeuw. Ook de Matkoppen waren (weer) aanwezig. Op 23 augustus vloog bovendien een zangvogeltje laag en recht over me dat behoorlijk als een Ortolaan klonk, maar die soort durf ik alleen maar te claimen met een geluidsopname erbij (recorder zat stom genoeg in mijn tas)…

Ik vogelde ook op andere plekken dan Breeveld. De Kamerikse Nessen waren weer toegankelijk en leverde mijn 1e Havik van het jaar op. Op 13 augustus maakte ik een uilenrondje richting Nieuwerbrug, met resultaat: Bosuilen, Ransuil en – nu wel – Steenuil (opname). Tot slot bereikte mij berichten dat eind augustus abnormaal hoge aantallen Bonte Vliegenvangers en Fluiters werden waargenomen in Zuid-Holland. Daar wilde ik ook wel een graantje van meepikken en dat lukte: ik zag relatief veel Bonte Vliegenvangers en op 18 augustus zag ik zelfs een Fluiter in het Brediusbos (Joël de Wit heeft een iets betere foto gelukkig). Beide soorten had ik nog nooit in de gemeente of zelfs de regio gezien!

September
Augustus verliep goed en ik hoopte dat september nog beter zou worden, maar ik kwam bedrogen uit. Ik eindigde augustus met 149 soorten, maar in september kwamen er daar ‘maar’ 3 bij. Op de 1e pikte ik een Visarend op uit een rijdende auto, vlak naast de MacDonalds. Een paar dagen later zag ik kort een vrouw Gekraagde Roodstaart en halverwege de maand vloog (eindelijk) mijn eerste Grote Gele Kwikstaart over. Ik maakte vele tochtjes voor nieuwe, schaarse en zeldzame gemeentesoorten, maar overall viel het helaas toch tegen. Aan Bladkoning besteedde ik extra tijd, maar tevergeefs. Leuk maar niet nieuw was mijn 2e en laatste Grote Lijster (opname).

Oktober
De maand oktober is zonder enige twijfel de spannendste maand van het jaar als je langs de kust vogelt, maar voor de gemeente Woerden gold dat zeker niet. Ik zocht in de gehele gemeente tot vervelens aan toe naar Bladkoningen, en hoopte ook stiekem op een overvliegende Kruisbek, Geel- of IJsgors of nog wat zeldzamers, maar het mocht niet zo wezen. Wel zag / hoorde ik zeker viermaal overvliegende Appelvink(en), die was nog nieuw. Datzelfde geldt voor het Smelleken dat op de 15e over de begraafplaats Rijnhof vloog. Driemaal vlogen Boomleeuweriken over, niet nieuw maar wel schaars. Op 16 oktober blunderde ik tegen een late Koekoek aan langs de Hollandse Kade. Aan het eind van de maand stootte ik een Bokje op bij de eilandjes achter de recreatieplas, mijn derde en laatste nieuwe van de maand. Tot slot zag ik op de 29e zeer kortstondig een Mat/Glanskop in een grote groep mezen bij Oortjespad, daar kom ik later nog op terug…

November
Vanaf november veranderde het een en ander. Vanwege een nieuwe baan in Rotterdam had ik eigenlijk geen tijd meer om voor of na het werk te gaan vogelen in Woerden. Ik was puur op de weekenden aangewezen. Wel had ik vanaf het einde van de maand een rijbewijs én auto. Op 5 november zag ik samen met Frank een jonge Havik en een late Boerenzwaluw in Breeveld. Op 25 november zag ik ter hoogte van de blauwgraslanden langs de Meije een Velduil, fijn om deze schaarse soort na gericht zoeken daadwerkelijk aan te treffen. De vogel vloog veelal net buiten de gemeentegrens, maar zeilde uiteindelijk hoog recht over me heen richting Zegveld, dus gelukkig ook binnen de gemeentegrenzen. Verder foerageerde een Grote Gele Kwikstaart zeer regelmatig op het dak tegenover mijn woning en was daarbij fraai te zien.

December
Op de 3e weer eens een rondje gemaakt door Woerden met als hoogtepunten een zittende Appelvink en een groep overvliegende Toendrarietganzen op begraafplaats Rijnhof. Toen het donker was, kwam het bericht door dat Donny Dolman een Glanskop had gevonden bij Oortjespad, precies waar ik in oktober een Mat/Glanskop had… Dat zou de eerste gedocumenteerde Glanskop in de hele regio betekenen. Daar moest ik in de loop van de maand maar eens tijd in steken. Een paar dagen later zag ik de vogel kort maar fraai, maar vloog een Sneeuwgors in Woerden helaas weg twee minuten voordat ik arriveerde… Op 17 december maakte ik weer een grote ronde door Woerden tijdens de vorst. Langs de Kamerikse Nessen zag ik geen Roerdomp, maar wel een hele late Purperreiger en op Oortjespad zwom een vrouwtype Nonnetje. Tot slot had ik de laatste week van het jaar vrij en werd veel tijd hiervan besteed in Woerden om de laatste soorten te sprokkelen. Ik zag o.a. een man Nonnetje op Breeveld en opnieuw de Glanskop, nu een stuk uitgebreider. Terwijl ik naar de Glanskop zocht, zag ik vanuit mijn ooghoek een grote meeuw met donkere mantel zwemmen op het water. EIN-DE-LIJK had ik mijn Grote Mantelmeeuw te pakken, een schande dat dat zolang geduurd heeft…! Tot slot wilde ik op de 30e een groep ganzen afkijken op langs de Hollandse Kade en letterlijk de eerste gans die ik in beeld kreeg, was verdorie gewoon een jonge Rotgans. Een fijne afsluiter van het jaar!

Soortenlijst Woerden 2022 – taxonomische volgorde
De jaarlijst is geëindigd op 159 soorten. Grootste missers zijn Wespendief, Rode en Zwarte Wouw, Roerdomp, Grote Zaagbek, Rouwkwikstaart en Baardman. Met wat meer geluk hadden wellicht ook soorten als Bonte Strandloper, Zwarte Ruiter, Goudvink, Kraanvogel, Kleine Zilverreiger, Roodhalsgans, Bladkoning of Draaihals mogelijk geweest. Maar uiteindelijk denk ik dat 159 een hele mooie score is.

Tijdens deze poging zag ik 10 soorten die ik nooit eerder in de gemeente zag (Waterpieper, Boomleeuwerik*, Westelijke Baardgrasmus*, Kluut, Koereiger, Bonte Vliegenvanger*, Fluiter*, Bokje, Glanskop* en Rotgans). De soorten met een sterretje waren ook nieuwe regiosoorten voor mij.

1Rotgans81IJsvogel
2Brandgans82Grote Bonte Specht
3Grauwe Gans83Groene Specht
4Kleine Rietgans84Torenvalk
5Toendrarietgans85Smelleken
6Kolgans86Boomvalk
7Knobbelzwaan87Slechtvalk
8Kleine Zwaan88Gaai
9Wilde Zwaan89Ekster
10Bergeend90Kauw
11Zomertaling91Roek
12Slobeend92Zwarte Kraai
13Krakeend93Raaf
14Smient94Glanskop
15Wilde Eend95Matkop
16Pijlstaart96Pimpelmees
17Wintertaling97Koolmees
18Tafeleend98Boomleeuwerik
19Kuifeend99Veldleeuwerik
20Zwarte Zee-eend100Oeverzwaluw
21Brilduiker101Boerenzwaluw
22Nonnetje102Huiszwaluw
23Gierzwaluw103Cetti’s Zanger
24Koekoek104Staartmees
25Holenduif105Fluiter
26Houtduif106Fitis
27Turkse Tortel107Tjiftjaf
28Waterral108Siberische Tjiftjaf
29Waterhoen109Rietzanger
30Meerkoet110Kleine Karekiet
31Dodaars111Bosrietzanger
32Fuut112Spotvogel
33Geoorde Fuut113Sprinkhaanzanger
34Scholekster114Snor
35Kluut115Zwartkop
36Kievit116Tuinfluiter
37Goudplevier117Braamsluiper
38Kleine Plevier118Westelijke Baardgrasmus
39Regenwulp119Grasmus
40Wulp120Vuurgoudhaan
41Grutto121Goudhaan
42Kemphaan122Winterkoning
43Houtsnip123Boomklever
44Bokje124Boomkruiper
45Watersnip125Spreeuw
46Oeverloper126Beflijster
47Witgat127Merel
48Tureluur128Kramsvogel
49Bosruiter129Koperwiek
50Groenpootruiter130Zanglijster
51Kokmeeuw131Grote Lijster
52Dwergmeeuw132Grauwe Vliegenvanger
53Zwartkopmeeuw133Roodborst
54Stormmeeuw134Blauwborst
55Grote Mantelmeeuw135Nachtegaal
56Zilvermeeuw136Bonte Vliegenvanger
57Pontische Meeuw137Zwarte Roodstaart
58Geelpootmeeuw138Gekraagde Roodstaart
59Kleine Mantelmeeuw139Paapje
60Visdief140Roodborsttapuit
61Zwarte Stern141Tapuit
62Ooievaar142Ringmus
63Aalscholver143Huismus
64Lepelaar144Heggenmus
65Koereiger145Gele Kwikstaart
66Blauwe Reiger146Grote Gele Kwikstaart
67Purperreiger147Witte Kwikstaart
68Grote Zilverreiger148Graspieper
69Visarend149Boompieper
70Sperwer150Waterpieper
71Havik151Vink
72Bruine Kiekendief152Keep
73Blauwe Kiekendief153Appelvink
74Zeearend154Groenling
75Buizerd155Kneu
76Kerkuil156Kleine Barmsijs
77Steenuil157Putter
78Ransuil158Sijs
79Velduil159Rietgors
80Bosuil

Jaaroverzicht 2022

Vanaf 2014 al een vast concept en hij kan ook dit jaar niet achterblijven: een overzicht van het afgelopen jaar.

2022 in een notendop
Dit jaar is een vreemd jaar op het gebied van zeldzaamheden, want er viel veel te beleven, maar veel goede soorten waren amper of helemaal niet twitchbaar. Nieuw voor ons land zijn Pijlstaartgierzwaluw, Geelsnavelkoekoek, Bobolink en Italiaanse Mus. Verder zijn er de 2e Geelbrauwgors, Kaspische Roodborsttapuit, Zanggors, donsstormvogel spec., mogelijkerwijs de 2e en 3e Oostelijke Gele Kwikstaart, de 2e t/m 4e Eleonora’s Valk (waaronder een oud geval dat ‘ontdekt’ werd in 2022), de 3e Aasgier, Westelijke Orpheusgrasmus en Siberische Lijster, de 4e (terugkerende) Amerikaanse Zee-eend, de 5e en (mogelijk) 6e Turkestaanse Klauwier, de 6e Kleine Kokmeeuw, de 7e Kalanderleeuwerik, de 9e Rotszwaluw en de 10e Westelijke Baardgrasmus. Andere opmerkelijkheden zijn recordaantallen Slangenarenden, Roodpootvalken (nazomer; echter heb ik ze allemaal gemist), Raddes Boszangers (najaar; ook gemist) en maar liefst 3 of 4 Havikarenden (idem). De laatstgenoemde soort slaagde er bijna in ongezien ons land te passeren; 1 gezenderd ex bracht zelfs een nacht door in de eigen regio in Polsbroek. De horror!

Waar mogelijk hebben Frank en ik leuke soorten geprobeerd te twitchen, wat vooral in het voorjaar nog wel aardig lukte. 2022 staat voor mij ook in het teken van de Woerdenjaarlijst: ik probeerde een jaar lang zoveel mogelijk soorten waar te nemen in de eigen gemeente. Aan dat avontuur zal ik binnenkort een apart blog wijden, anders wordt het nu wel heel uitgebreid. Ik kan alvast verklappen dat ik op 159 soorten ben uitgekomen.


Mijn hoogtepunten per maand

Januari
In de eerste maand van het jaar zag ik aardig wat zeldzame soorten. De eerste was een mogelijke Siberische Braamsluiper in een tuin in Noorden. Tijdens een fietsrondje door Wageningen met Bram en Jonathan zag en hoorde ik, naast een vrouw Witoogeend en Zeearenden, ook de plaatselijke Humes Bladkoning. Een goede voor als ik ooit nog een Wageningenlijst bij zou willen houden… De lang verblijvende Dwergaalscholver van Utrecht was lastig, maar op 15 januari zagen we de vogel eindelijk weer eens. Aan het eind van de maand mocht ik me weer opmaken voor een weekendje Texel, met 2 Zwarte Zeekoeten, een Grote Burgemeester en een mogelijke Siberische Braamsluiper als oogst. Frank en ik sloten de maand af met een terugkerende man Siberische Taling in de Groene Jonker.

Februari
De maand begon met een weekje corona, waardoor ik een bezoek aan de Struikrietzanger van Gouda even moest uitstellen. Gelukkig bleef de vogel lang aanwezig en zag ik hem meerdere keren in februari. Naast een nieuwe regiosoort voor mij is dat natuurlijk ook een hele goede maandsoort. Ook in deze maand brachten we een bezoekje aan de Dwergaalscholver, leuk al die zeldzaamheden in de buurt! Op 18-21 februari hadden we een lang weekend Zuid-Limburg gepland, alleen viel dit helaas net samen met storm Eunice. Gelukkig zagen we nog wel Kortsnavelboomkruipers, 2 groepjes Kraanvogels, een Kuifaalscholver, Oehoe en Bruinkopdiksnavelmezen, moet je je voorstellen dat er dat weekend geen storm was geweest! Op 26 februari werd het tijd voor de eerste grote twitch van het jaar, want samen met Frank en mijn vader bezocht ik de Zanggors op de grens van Zeeuws-Vlaanderen met België. De 2e pas voor Nederland en mijn 1e nieuwe soort van het jaar. De vogel liet zich aan beide kanten van de grens fraai bekijken; leuke bonussen die dag waren Graszanger en een adulte Grote Burgemeester!

Maart
Maart was goed voor de hierboven genoemde Struikrietzanger. Bovendien brachten we de Purperkoet weer eens een bezoekje, zo fraai zagen we hem nog niet eerder. Diezelfde dag twitchen we ook een lokale Bruine Boszanger, later in de maand zouden we er nog eentje zien op enkele meters van mijn voormalige woonplek in Wageningen.

April
Het werd eindelijk voorjaar, en wat voor 1. Mijn (soms haast obsessieve) zoektocht naar leuke soorten in de gemeente Woerden leverde een echte knaller op: op 18 april vond ik een Westelijke Baardgrasmus aan de rand van de stad! Mijn absolute hoogtepunt van het vogeljaar. Een paar dagen later bezochten Frank en ik de Italiaanse Mus, die in Garderen zat. Indien aanvaard (kan een kruising Huis- x Spaanse Mus 100 procent worden uitgesloten?) een nieuwe soort voor Nederland. Ook noemenswaardig was de Wageningen Big Day, die Bram, Jonathan en ik deden aan het einde van de maand. We zagen maar liefst 135 soorten (waaronder Koereiger en Witwangstern), maar schokkender: we fietsten bijna 100 km! Dat waren er zo’n 80 te veel, als je het mij vraagt.

Mei
Ik trapte de maand af op Texel. De Zwarte Zeekoet in de haven van Oudeschild was nu mooi uitgekleurd en fotogeniek. Het hoogtepunt was echter een vrouwtje Kaspische Roodborsttapuit op 7 mei op de noordpunt, ontdekt door Diederik Kok. Voor mij een nieuwe ondersoort, aangezien ik de vogel op Vlieland nooit bezocht had. Ik had tot dan ‘alleen’ 3 Aziatische en 1 Stejnegers Roodborsttapuit gezien. Op 14 mei deed ik voor de tweede keer ooit mee aan de Regio Big Day, we haalden een nieuw recordaantal soorten maar toch hebben we er gemengde gevoelens aan over. Aan het eind van de maand bezochten Frank en ik nogmaals de Italiaanse Mus en combineerden dat met een Slangenarend aan de rand van de Oostvaardersplassen, een soort die ik al 7 jaar niet meer gezien had. Werd weer eens tijd dus. Tussendoor kwam nog het goede nieuws naar buiten dat het DNA van de braamsluiper van november/december 2021 in Reeuwijk geanalyseerd was: een blythi. Yes!

Juni
In juni werd het rustiger met leuke soorten. Op 4 juni deden Frank, vader en ik een leuk rondje door Gelderland, met een klein uitstapje naar Flevoland. De hoogtepunten waren de bekende Italiaanse Mus (Garderen), een aarzelend zingende Iberische Tjiftjaf (Zeewolde), Woudaap (Nijkerk) en enkele leuke insecten, zie de galerij hieronder.

Juli + augustus
Over juli kan ik heel kort zijn: ik zag eigenlijk helemaal niks noemenswaardig, zowel landelijk als in de gemeente Woerden. Ook in augustus waren er weinig hoogtepunten: buiten wat leuke Woerdensoorten zag ik alleen 2 Slangenarenden bij Amerongen die het noemen waard zijn. De vogels waren met wat geduld fraai te zien, rustend op meidoorns in de uiterwaarden.

September
Het najaar wilde maar niet loskomen. Ondanks dat ik regelmatig vogelde en zelfs enige tijd op Texel doorbracht, kwam ik niet verder dan een mogelijke Siberische Braamsluiper, een zeer fraaie Gestreepte Strandloper en een overvliegende Grote Pieper (allen op Texel). Dat is natuurlijk een nogal matig resultaat voor een hele septembermaand. Er kwam (nog meer) slecht nieuws: de Monniksgier die Frank en ik vorig jaar zagen bij Breukelen, werd niet aanvaard. Gezien de naam van mijn weblog zag ik de bui toen al hangen 😉

Oktober
Het duurde even voor het losbrak. Vanaf 21 oktober werd het echt leuk. Een lang weekend Texel zorgde voor 2 nieuwe Texelsoorten: Humes Bladkoning en Bonte Tapuit. Niet nieuw maar wel zeldzaam waren de verscheidende Vale Gierzwaluwen die we zagen. Frank en ik onderbraken het weekendje Texel voor een tochtje naar Drenthe voor de Geelbrauwgors. We zagen deze extreme dwaalgast erg fraai! Later in de maand zag ik nog een erg fraaie Daurische Klauwier bij het Oostvoornse Meer, met als bonus een Pallas’ Boszanger op de Maasvlakte.

November
Een rustige novembermaand volgde. Een erg meewerkende Pallas Boszanger op de Maasvlakte sloot zo ongeveer het najaar af. De bekende man Kokardezaagbek was een zeer schrale troostprijs voor het missen van een Grote Grijze Snip in de Zouweboezem. Tot slot vond ik een mooie adulte, geringde Dwerggans langs de Reeuwijkse Plassen.

December
Net voor de kerst zag ik mijn 3e Bruine Boszanger van het jaar, ditmaal lekker dichtbij huis aan de noordkant van Utrecht. Dezelfde dag zag ik een nieuwe regiosoort: een Rosse Franjepoot in de Groene Jonker, leuk! Op Tweede kerstdag reden mijn vader, Frank en ik naar Renesse waar ik mijn eerste Grijze Wouw sinds 2015 zag. Met veel geduld liet deze zeldzame roofvogel zich korte tijd fraai bewonderen.

Tot slot wil ik iedereen een gezond, gelukkig en vogelrijk 2023 wensen!

Van Texel af voor een Geelbrauwgors

Zaterdag 22 oktober 2022

Dit verhaal begint op vrijdagmiddag. Om half 4 sta ik in Den Helder in de Teso-haven voor eindelijk weer eens een weekendje Texel. Eenmaal op Texel rijden Frank en ik eerst langs de Humes Bladkoning die Tim Schipper de dag ervoor gevonden heeft. Precies op het moment dat Frank de auto parkeert langs de Ruijslaan bij De Koog, krijg ik een waarneming onder ogen van een onzekere Geelbrauwgors vlakbij Bunne, Drenthe. De foto’s bij de waarneming laten niets aan de verbeelding over: een overduidelijke Geelbrauwgors, wauw! Even later wordt de gors gepiept, al snel gevolgd door het bericht dat lokale vogelaars de vogel hebben teruggevonden. Daar sta je dan op Texel, in de wetenschap dat je die middag nooit meer voor het donker in Drenthe kan komen. Daarom vogelen we rustig door, horen en zien we onze eerste Texelse Humes Bladkoning en maken we ’s avonds een plan voor morgen. Gaan we het eiland af en zo ja, hoe laat (of beter gezegd, hoe vroeg)?

We kiezen ervoor om de eerste boot te nemen om naar de gors te gaan. En zo gaat zaterdagochtend om 5 uur de wekker, zitten we rond half 6 in de auto en rijden we netjes om 6 uur de (vroegste) boot op. Blijkbaar is de Afsluitdijk die nacht afgesloten vanwege wegwerkzaamheden, waardoor we even moeten wachten tot de laatste obstakels weggehaald worden. Hierdoor komen we met een halfuurtje vertraging aan in Bunne. Onderweg komt het goede nieuws tot ons dat de vogel nog aanwezig is.

We voegen ons bij de vele andere vogelaars en direct zien we de Geelbrauwgors in de wegberm foerageren, heel even op de weg zitten en daarna richting de hogere vegetatie in de andere wegberm vliegen. Dat was kort maar krachtig. Gelukkig laat de vogel zich in de daaropvolgende anderhalf uur vaker zien, en opnieuw erg fraai. De zeldzame Oost-Aziatische gors foerageert vooral in de wegberm, maar zit zo nu en dan ook even in de vegetatie naast de berm. Wat een prachtig beest!

Geelbrauwgors – Yellow-browed Bunting
Locatie gors (foto: Frank van der Meer)

Het gaat hier pas om de 2e Geelbrauwgors voor Nederland, na een ringvangst op Schiermonnikoog in oktober 1982. Dat houdt dus in dat dit de eerste veldwaarneming van deze extreme dwaalgast in ons land is, die ook in Europese context heel zeldzaam is (pas de 16e voor de WP, waarvan vooral ringvangsten). Ook is dit de 3e keer dat ik Texel af moet om een goede soort elders in Nederland te twitchen, de andere 2x waren de Keizerarend en de Vale Lijster.

Rond half 11 wordt het voor ons tijd om terug te gaan richting Texel. We stoppen voor een korte plaspauze, een stop bij de Balgzandpolder (10 Grutto’s, verder niks) en om te tanken. Om 1 uur hebben we de boot en kunnen we nog even vogelen op Texel. We zien een Casarca langs de Slufterweg en verder vormen een late Tapuit en 2 foeragerende Grote Lijsters de spaarzame hoogtepunten. Ook zoek ik tevergeefs naar de Oostelijke Gele Kwikstaart die afgelopen week in Dorpzicht zat. Maar dat maakt niet heel veel uit na zo’n geweldige waarneming van een nieuwe soort!

Nieuw record tijdens de Regio Big Day!

Zaterdag 14 mei 2022

Vandaag is het dan eindelijk zover: de Big Day in de regio staat vandaag op de planning. Verschillende groepjes vogelen de hele dag in de gehele regio (knnvsticht.waarneming.nl) om zoveel mogelijk soorten te zien in 24 uur tijd. Vorig jaar was de eerste editie en dit jaar doen 5 groepjes mee om het record van vorig jaar te verbeteren (122 soorten). Net als vorig jaar doen Daan van Braak, Evert Florijn, Jorian Eijkelboom en ik weer mee onder de teamnaam “De uilskuikens”.

Voorbereiding
De afgelopen weken hebben we een en ander voorbereid. Met pijn en moeite vinden we enkele plekken voor uilen. Vooral Bosuil kon nog wel eens een probleem gaan worden, aangezien ze dit jaar niet erg dik bezaaid zijn. Afgelopen week vond ik ineens op 3 plekken rondom Woerden broedverdachte IJsvogels. Ook vonden Daan en ik compleet onverwacht een nest met Boomvalken en bezochten we plekken rondom Kockengen die we Big Day aan moesten doen. Uiteindelijk maken we in goed overleg een route voor die dag.

De dag zelf
Om 0.45 spreken we af op station Gouda Goverwelle. Naast het station kunnen we gelijk de eerste goede soort noteren, want in het Goudse Hout zingt een Nachtegaal. Deze soort is zeldzaam in onze regio, maar is dit jaar goed vertegenwoordigd met zeker 10 territoria. Een andere leuke soort zijn de twee Bosrietzangers die net weer zijn teruggekeerd uit de overwinteringsgebieden uit Afrika. Ook Waterhoen, Meerkoet, Krakeend en Blauwe Reiger zijn blijkbaar al wakker.
1     00:56   Krakeend
2     00:56   Nachtegaal
3     00:57   Meerkoet
4     01:05   Bosrietzanger
5     01:07   Waterhoen

Nu de eerste 2 leuke soorten binnen zijn, wordt het tijd om op zoek te gaan naar uilen. Daan had rondom Haastrecht nestlocaties gevonden van Bos- en Kerkuil, maar beide soorten geven helaas niet thuis. Voor Bosuil is het te laat in het jaar, want de jongen zijn waarschijnlijk net uitgevlogen. We noteren wel wat algemene soorten, maar vrolijk worden we er niet van.
6     01:11    Blauwe Reiger
7     01:23    Scholekster
8     01:23    Wilde Eend
9     01:46    Grauwe Gans
10   01:46    Kauw
11   01:51    Kokmeeuw
12   01:56    Grutto
13   01:56    Rietzanger

We proberen het aan de zuidkant van de Reeuwijkse Plassen. Een tweede plek voor Kerkuil is wel succesvol, want een oudervogel vliegt roepend rond. Dat geeft moed! We proberen een andere locatie voor Bosuil, maar ook hier horen we deze uil niet. Vanuit de rietranden zingt wel een Kleine Karekiet en Cetti’s Zanger; we merken ook roepende Brandganzen op langs de Twaalfmorgen, een fijne soort om te hebben!
14   02:15    Kerkuil
15   02:25    Knobbelzwaan
16   02:27    Brandgans
17   02:36    Cetti’s Zanger
18   02:39    Kleine Karekiet
19   03:15    Fuut

Rondom Gouda hebben we een plek voor Roerdomp. Het duurt even, maar na een paar minuten begint het dier te hoempen. Fijn! Vervolgens zetten we trend richting Zaans Rietveld om een (niet-geplande) poging te doen voor Kwartel die daar gisteren gehoord was. Die horen we helaas niet, wel roepen Kievit en Tureluur vanuit het plasdras. We rijden via de westkant van de Nieuwkoopse Plassen naar de locatie waar we met het eerste licht willen zijn: de Groene Jonker. Onderweg stoppen we bij Aarlanderveen, bij een boerderij waar een Steenuil moet zitten. Vanuit de Nieuwkoopse Plassen klinkt de zang van onze 2e Nachtegaal van de dag. De Steenuil laat zich helaas niet horen, maar gelukkig ziet Daan er ineens eentje zitten op een paaltje langs de weg. In het licht van de auto is deze kleine uil prima te bewonderen, gaaf! Iets verderop jaagt een Ransuil in de wegberm en laat zich geruime tijd prachtig bewonderen. Dit betekent dat we alle geplande nachtsoorten, behalve Bosuil, binnen hebben! We rijden door richting de Groene Jonker, maar stoppen bovenaan de dijk bij de Ruygeborg even om te luisteren, eventueel voor een leuke ral. Die horen we niet, maar wel horen we Snor, Sprinkhaanzanger, Rietgors, Koekoek, Wulp en zien we o.a. Bergeend en Kleine Mantelmeeuw.
20   03:19    Roerdomp
21   03:49    Tureluur
22   03:50    Kievit
23   04:22    Steenuil
24   04:25    Ransuil
25   04:36    Rietgors
26   04:36    Sprinkhaanzanger
27   04:47    Bergeend
28   04:47    Kleine Mantelmeeuw
29   04:47    Koekoek
30   04:47    Snor
31   04:47    Wulp
32   04:47    Zanglijster
33   04:53    Merel
34   04:53    Winterkoning
35   04:54    Koolmees
36   05:06    Kuifeend

De Groene Jonker is een van de beste en bekendste natuurgebieden binnen onze regio, het is dus niet voor niets dat we hier heel vroeg willen zijn. We rijden de parkeerplaats op en vlak voor ons vliegt (in het halfdonker) een kleine vogel met witte staart op die vlakbij weer gaat zitten: een Tapuit, yes! Vanuit het gebied horen we al snel de karakteristieke ‘zweepslag’ van een Porseleinhoen. Fijn dat deze schaarse soort er nog zit, want ze waren al ruim een week niet meer gemeld. In het eerste licht zien we dat er opvallend veel Zwarte Sterns overnacht hebben. Helaas zit er geen zeldzame stern tussen. We lopen een uurtje door het gebied om wat lastige Big Day soorten en typische Groene Jonker soorten te kunnen bijschrijven: o.a. Kolgans, Smient, Blauwborst, Waterral, Geoorde Fuut, Zwartkopmeeuw, Regenwulp en Zomertaling.
37   05:07    Grasmus
38   05:09    Slobeend
39   05:12    Tapuit
40   05:16    Porseleinhoen
41   05:18    Kemphaan
42   05:18    Oeverloper
43   05:22    Kolgans
44   05:22    Smient
45   05:22    Zwarte Stern
46   05:23    Kluut
47   05:23    Tafeleend
48   05:25    Geoorde Fuut
49   05:25    Zwarte Kraai
50   05:29    Zwartkopmeeuw
51   05:33    Zomertaling
52   05:35    Bruine Kiekendief
53   05:40    Blauwborst
54   05:46    Lepelaar
55   05:46    Regenwulp
56   05:46    Torenvalk
57   05:46    Waterral
58   05:50    Fitis
59   05:50    Tjiftjaf
60   05:56    Holenduif
61   06:08    Gierzwaluw
62   06:13    Visdief
63   06:19    Boerenzwaluw
64   06:19    Pimpelmees

Voordat we verder gaan naar de volgende bestemming, stoppen we even langs de boerderijen naast de Groene Jonker om enkele algemene zangvogels: zo horen we de eerste Tuinfluiter, Boomkruiper, Putter en Kneu. Aan de noordkant van de Groene Jonker maken we een korte stop, want vanaf hier heb je goed uitzicht op de plassen en is Ringmus een vaste gast. De Ringmus is inderdaad makkelijk en verder zien we in de Groene Jonker twee Kleine Plevieren lopen. De gehoopte Pijlstaart laat het helaas afweten, waarschijnlijk zijn ze allemaal alweer vertrokken.
65   06:19    Spreeuw
66   06:23    Huismus
67   06:25    Vink
68   06:33    Kneu
69   06:33    Putter
70   06:33    Tuinfluiter
71   06:39    Wintertaling
72   06:44    Boomkruiper
73   06:44    Zwartkop
74   06:46    Gaai
75   06:47    Houtduif
76   06:53    Kleine Plevier
77   06:53    Ringmus

Na de Groene Jonker wordt het tijd om naar Waverhoek te gaan. Onderweg stoppen omdat er in een weiland bij De Hoef veel meeuwen lopen: opmerkelijk veel Zwartkopmeeuwen, maar ook (wel nieuw) Storm- en Zilvermeeuw. Een Spotvogel zingt vanuit een tuin, er vliegen Huiszwaluwen rond en de 2e Tapuit van de dag zit op een paaltje vlak langs de weg. Op de Tweede Velddwarsweg roept Jorian ineens luid dat hij een Casarca ziet vliegen en inderdaad, er vliegt een Casarca over de auto heen! Gauw stoppen we en zien we de eendachtige kort in het weiland landen. Een dikke bonus! Verderop is het een goede strategie om met open raam te rijden, want langs de Botsholsedwarsweg hoor ik ineens duidelijk de roep van een Gekraagde Roodstaart uit een boerderijtuin komen! Uiteraard stoppen we even en zie ik de vogel, een vrouwtje, ook even zitten. Net op het moment dat we een bewijsplaatje willen maken, komt de boer woest naar ons toelopen met de vraag waarom we met dure apparatuur naar zijn erf kijken. Als we uitleggen dat we een schaarse vogel zien, gaat de boer nog verder over de rooie en schreeuwt dat we heel gauw moeten oprotten! Dan maar geen plaatje. Ik wijs Daan, Evert en Jorian nog gauw een Grauwe Vliegenvanger aan (boer: “Staan jullie hier nou nog steeds, oprotten!”) en dan rijden we toch maar door naar Waverhoek.
78   06:59    Ekster
79   06:59    Turkse Tortel
80   07:03    Spotvogel
81   07:05    Huiszwaluw
82   07:10    Stormmeeuw
83   07:10    Zilvermeeuw
84   07:17    Casarca
85   07:18    Aalscholver
86   07:37    Gekraagde Roodstaart
87   07:37    Grauwe Vliegenvanger

Casarca – Ruddy Shelduck (photo: Jorian Eijkelboom)

In Waverhoek krijgen we alles te zien waar we op gerekend hadden, plus nog meer! We hadden gerekend op Havik en Boompieper (een van de weinige broedplekken in onze regio) en deze twee soorten lukken. Verder lopen er korte tijd 2 Goudplevieren, een groepje Bontbekplevieren en Groenpootruiters, merkt Evert heel scherp 3 Koereigers op langs de dijk en zien we zelfs een Zeearend boven Botshol vliegen. Laatstgenoemde zien we helaas maar een paar tellen voordat deze achter de bomen verdwijnt en er nooit meer achter vandaan komt.
88   7:58    Goudplevier
89   7:58    Groenpootruiter
90   8:09    Koereiger
91   8:11    Grote Bonte Specht
92   8:11    Witte Kwikstaart
93   8:25    Bontbekplevier
94   8:25    Boompieper
95   8:39    Havik
96   8:59    Zeearend
97   9:06    Buizerd
98   9:06    Graspieper

Koereiger – Cattle Egret (photo: Daan van Braak)
Bontbekplevier – Common Ringed Plover (photo: Daan van Braak)
Goudplevier – European Golden Plover (photo: Jorian Eijkelboom)

Na dit succes wordt het tijd om voorzichtig richting het zuiden te rijden. Bij Marickenland lopen meerdere Steltkluten, maar verder valt er weinig nieuws te noteren. We rijden ff terug naar Botshol omdat Jorian zijn recorder is kwijtgeraakt. Het levert geen recorder op, wel een Heggenmus. Vlakbij Teckop zien we vanuit de auto zowel Grote Zilver- als Purperreiger in de veenweidepolders lopen. We lopen een stukje de Hollandse Kade bij Kockengen op, met als resultaat Ooievaar en een zingende Veldleeuwerik. Er is veel thermiek, zo pikken we o.a. Boomvalk en 2 cirkelende Raven op, weer een dikke bonussoort! Helaas geen Sperwer.
99        9:44    Steltkluut
100    10:28    Heggenmus
101    10:35    Grote Zilverreiger
102    10:36    Purperreiger
103    10:40    Ooievaar
104    10:54    Veldleeuwerik
105    10:57    Raaf
106    11:05    Boomvalk

Onderweg naar Haarzuilens pikken we vanuit de auto een Slechtvalk op. In het Wielreveld broeden Roodborsttapuiten, die moeten we hebben natuurlijk. Zo gezegd, zo gedaan. Bonussen zijn Staartmees, Groenling en de 1e Roodborst van de dag… Het begint warm te worden, helaas weer geen overvliegende Sperwer. De volgende stop is Vijverbos, waar we de drie doelsoorten waarnemen: Boomklever, IJsvogel en Groene Specht.
107    11:27    Slechtvalk
108    11:32    Roodborst
109    11:42    Staartmees
110    11:54    Roodborsttapuit
111    11:59    Groenling
112    12:26    Boomklever
113    12:43    Groene Specht
114    12:51    IJsvogel

Via Woerden (broedkolonie Roeken en een bekende plek voor Zwarte Roodstaart) wordt het tijd om richting de Lek te rijden. We rijden iets om omdat er bij Snelrewaard een Braamsluiper was ingevoerd op Waarneming.nl. Deze zit bij onze aankomst luid te zingen. Na een korte stop in Monfoort voor een ijsje bezoeken we de Bossenwaard. Hier valt het eigenlijk zwaar tegen, want hier hadden we gerekend op meer steltlopers. De enige nieuwe soorten zijn Bosruiter, Gele Kwikstaart en Oeverzwaluw. Geen Temmincks, Drieteenstrandloper of Noordse Kwikstaart die hier gisteren nog zaten. Het idee daarna is om een heel stuk langs de Lek te rijden voor grote meeuwen. En precies zoals gepland zien we Pontische en Grote Mantelmeeuw op bakens langs de rivier, fijn als een plan werkt!
115    13:30    Roek
116    13:51    Zwarte Roodstaart
117    14:18    Braamsluiper
118    15:21    Bosruiter
119    15:26    Gele Kwikstaart
120    15:47    Oeverzwaluw
121    16:19    Pontische Meeuw
122    16:54    Grote Mantelmeeuw

Zwarte Roodstaart in Woerden – Black Redstart

Nu wordt het tijd om rondom Gouda en Alphen aan den Rijn soorten te sprokkelen. Op de bekende plek zien we de laatste nachtsoort die we nog miste: Bosuil. Na een bezoekje aan de Mac rijden we door naar Zaans Rietveld. Hier waren de laatste weken veel Temmincks Strandlopers en soms een Kleine Strandloper gezien. Deze zijn vandaag echter allebei niet aanwezig, ook de Kwartel laat weer niet van zich horen. Via de Reeuwijkse Plassen (Krooneenden) rijden we naar Twaalfmorgen voor hopelijk nieuwe stelten (Watersnip, Witgat of strandlopers), maar hier zien we niks nieuws. Zelfs een dik half uur posten levert geen Sperwer op.
123    17:32    Bosuil
124    17:51    Dodaars
125    19:31    Krooneend

Bosuil – Tawny Owl (photo: Jorian Eijkelboom)

Tot slot rijden we naar het Doove Gat, het verzamelpunt om met de andere Big Day groepjes bij te praten. We maken de eindscores op, horen van elkaar hoe de dag verliep en wat grote missers of juist dikke bonussoorten waren. Er zwemt een Zomertaling en 2 2kj Zwartkopmeeuwen zitten in de Kokmeeuwenkolonie. Ineens schreeuwt Evert “Zwarte Ibis” en ja hoor, in het begin van de schemering landen ineens 3 Zwarte Ibissen in het Doove Gat!

126    22:03    Zwarte Ibis

Uiteindelijk blijft de teller bij ons groepje steken op 126 soorten, een nieuw record en een verbetering van 4 soorten ten opzichte van het vorige record. Ook hadden wij 11 soorten meer dan vorig jaar. De grootste missers waren Sperwer, Witgat, Zwarte Ruiter, Temmincks Strandloper en Geelpootmeeuw. Daar tegenover staan de vele bonussen die wij vandaag hadden.