Kuifkoekoek op Texel!

Donderdag 2 mei 2024

De meivakantie vier ik traditioneel op Texel. Zo ook dit jaar. Van vrijdag 26 april t/m zondag 5 mei zit ik weer met familie op vakantiepark de Krim, vlakbij de Cocksdorp. Het is een mooi weekje met (naast de ‘gebruikelijke’ Morinelplevieren en Zwarte en Witbuikrotgans) o.a. een verre Poelruiter, twee nogal late Pestvogels, een overvliegende Bonte Kraai en roepende Bijeneter en Europese Kanarie. We blunderen zelf tegen een Grote Vos aan in het Krimbos. Een ver stipje dat langs de Vuurtoren vliegt, blijkt zowaar een adulte Kwak te zijn: een soort die erg zeldzaam is op het eiland en die voor Frank en mij nog een nieuwe Texelsoort betekent. Een ander hoogtepunt is een Hop die ik vanuit de auto oppik en die we gelukkig aan de grond terugvinden, tot blijdschap van ons en een tiental andere vogelaars.

Pestvogel – Bohemian Waxwing
Grote Vos – Large Tortoiseshell (photo: Peter van der Meer)
Hop – Eurasian Hoopoe
Kwak – Black-crowned Night Heron

Hét hoogtepunt van de week zien we op donderdag 2 mei. Aan het eind van de ochtend staan Frank, mijn vader en ik in het Krimbos te luisteren naar een sporadisch zingende Fluiter. We willen net verder gaan met ons wandelrondje als een berichtje binnenkomt in de Texelse WhatsAppgroep. Wat blijkt: vanaf het uitkijkpunt Diepe Gat in de Slufter is een Kuifkoekoek gezien! Deze zeer zeldzame soort zou voor ons alle drie een nieuwe soort betekenen! Direct lopen we naar huis en stappen we de auto in. We zoeken eerst een paar minuten vanaf de Krimweg, omdat ons berichten bereiken dat de vogel richting het noorden gevlogen schijnt te zijn. Al snel besluiten we echter om naar de ´plek des onheils´ te gaan. En dus voegen we ons rond half 12 bij de paar zoekende vogelaars bij het kijkpunt Diepe Gat aan de Oorsprongweg. Het verhaal (van de ontdekker) is dat de vogel in de bosjes ten noorden van het uitkijkpunt zat, maar na een paar minuten dieper het gebied is ingevlogen en nu uit beeld is. De afstand tussen ons en het struikencomplex is een paar honderd meter, dus de moed zakt ons redelijk in de schoenen.

Na een tijdje roepen Jeroen de Bruijn en Ruud van Beusekom echter ineens dat ze de Kuifkoekoek tussen de struiken zien vliegen! Wij staan slechts een paar meter verderop, maar zien helaas helemaal niets. Dat betekent dat de vogel in ieder geval nog in de buurt is. Boswachter Thomas van der Es heeft toegang om het gebied in te gaan. Hij ziet de vogel erg fraai op korte afstand en houdt de vogelaars die vanaf openbaar gebied zoeken op de hoogte van de positie van de vogel.

Wanneer blijkt de koekoek zijn rust gevonden heeft in een niet vanaf openbaar gebied af te kijken struikencomplex, trekt Ruud de stoute schoenen aan en vraagt telefonisch aan Thomas of een excursie het verboden gebied tot de mogelijkheden behoort. En daar wordt bevestigend op gereageerd! Zou het dan voor iedereen toch nog goed komen?

Rond half 1 start de excursie onder begeleiding van SBB-boswachters Edwin van Egmond en Thomas. Een groep van 30-40 man wordt over het ‘officiële’ excursiepaadje al kronkelend over de duintoppen dieper het gebied in begeleid. Het duurt niet lang voordat de Kuifkoekoek wordt teruggevonden, rustig zittend in een meidoorntje. Op een afstand van circa 150-200 meter laat de zeldzaamheid zich minutenlang prima bewonderen. De meeste tijd zit de vogel met z’n borst en buik naar ons toe, maar af en toe draait hij en zien we hem ook ‘en profil’. Wat ontzettend gaaf!

Kuifkoekoek – Great Spotted Cuckoo. Videostills van een zelf geschoten filmpje met de mobiel door de telescoop.
Foto van de vogelaars tijdens de excursie (foto: Marc Plomp)
Filmpje van de vogelaars, gemaakt door broer Frank

Na een kwartiertje vliegt de vogel op en verdwijnt diep het gebied in, richting de Lange Dam. Voor ons reden om weer terug te lopen, maar natuurlijk niet zonder de nodige high fives en gebalde vuisten. Wat een geweldige soort! Zoals eerder vermeldt, betreft de Kuifkoekoek voor ons alle drie een nieuwe soort. Voor mij is het de 435e soort die ik in Nederland aantrof.

Canadese Ross’ Ganzen in Friese polder

Zaterdag 9 maart 2024

Net als vorige week zaterdag begint ook deze zaterdagmorgen erg vroeg. Om 6 uur ‘s ochtends spreken Daan van Braak, Lobke Bekkema en ik namelijk af in Woerden om wederom richting de Zwartkoprietzanger te gaan die tussen Rhenen en Wageningen zit. Vorige week hoorden Frank en ik de vogel weliswaar prima zingen, maar de afgelopen dagen werd de vogel ook regelmatig gezien en zelfs goed gefotografeerd. Daarom willen we graag proberen of een zichtwaarneming mogelijk is.

Rond 7 uur installeren we ons weer op de dijk, nu op de dijk zelf aangezien het waterschap woensdag een touwtje spande om de vogelaars van het dijktalut te weren. De Zwartkoprietzanger zingt direct vanaf onze aanwezigheid en binnen mum van tijd zien we de vogel ook scharrelen door het riet. In totaal zie ik de vogel zo’n halve minuut in de telescoop laag door het riet sluipen en daarnaast zie ik de vogel meermaals door de verrekijker. De opvallende witte wenkbrauwstreep in de verder zeer donkere kop, de scherp afgetekende witte keel en de korte handpenprojectie vallen het meest op. Erg fijn om de vogel nu ook te gezien te hebben! Een leuke bonus is een Rode Wouw die we vanaf de Grebbeberg oppikken en een aardig showtje weggeeft om daarna richting Wageningen te verdwijnen.

Rode Wouw – Red Kite

Het volgende deel van het programma lijkt erg op vorige week: op de Grebbeberg lopen we een rondje voor spechten. Een Middelste Bonte Specht laat zich horen en zien. Verder is het relatief stil in het bos. Qua zoogdieren mogen twee Reeën en een Eekhoorn niet ongenoemd blijven. Daarna zoeken we in het Binnenveld naar Patrijzen, maar ditmaal helaas zonder succes. Tussen 9 uur en half 10 vinden we het wel weer mooi geweest en rijden we de snelweg op richting Utrecht. Onderweg bespreken we in de auto de opties: gaan we ergens in de eigen regio vogelen of willen we een poging wagen voor de Witoogeend (Groenekan) en de Witstuitbarmsijs (Blaricum)?

De keuze wordt voor ons gemaakt, want we rijden vlakbij Zeist als de berichten tot ons komen dat in Lemmer (ZW-Friesland) twee Ross’ Ganzen zitten. Zal dat het duo zijn dat langere tijd in België zat? We rijden alvast de A27 op richting Flevoland. In het geval de Ross’ Ganzen toch nog afgepiept worden, zijn we altijd al goed onderweg voor de Witstuitbarmsijs en Witoogeend. Voordat we het Gooi inrijden, horen we echter berichten dat het inderdaad om het Belgische duo gaat. Dit duo Ross’ Ganzen werd dit najaar al gezien in Noorwegen en zijn daarna opgepikt in Denemarken, boven de Maasvlakte en boven Cadzand. De winter spendeerden ze in België. Het bijzondere van dit duo Ross’ Ganzen is dat een van de twee exemplaren geringd is (met metaal) in Canada. Daarmee betreft dit exemplaar het eerste bewezen wilde Ross’ Gans voor Nederland en zelfs Europa! Gezien er veel uit gevangenschap ontsnapte Ross’ Ganzen rondvliegen in West-Europa, was het de hoop van vele Nederlandse vogelaars dat dit duo Ross’ Ganzen ergens in Nederland zouden opduiken om zo een 100 procent zekere wilde Ross’ Gans te kunnen zien in eigen land.

De lange rit richting Lemmer verloopt voorspoedig. Langs de Plattedijk net buiten Lemmer voegen we ons bij de enkele tientallen vogelaars, waaronder enkele vogelaars die net nog naast ons bij de Zwartkoprietzanger stonden (o.a. Jacob & Matthijs Molenaar, Sven Valkenburg, Tijmen van Doornik en Arnout Linckens). De Ross’ Ganzen lopen op flinke afstand tussen vele, vele Brand- en Kolganzen. Regelmatig gaat de groep de lucht in. Ondanks het opvallende verenkleed is het soms verrassend lastig om de vogels in beeld te houden, vooral door het reliëfrijke landschap en het feit dat de ganzen veel op de grond zitten. Na een korte eetpauze bij een restaurant met de bekende grote gele ‘M’ zoeken we de Ross’ Ganzen opnieuw op. Met het licht in de rug kunnen we de ganzen nu veel beter bekijken, al blijft de afstand nog steeds behoorlijk (enkele honderden meters). Zie hier voor een simpel filmpje, gemaakt met de mobiel door de telescoop.

Na dit ganzenhoogtepuntje beginnen we weer aan de terugweg. De Witstuitbarmsijs van Blaricum is inmiddels ingevoerd en het blijkt maar circa 5 minuten omrijden. Dus lopen we een rondje door het parkje, maar van de Witstuitbarmsijs ontbreekt ieder spoor. We zien zelfs geen enkele barmsijs. Ook de andere vogelaars (waaronder enkelen die we eerder in Lemmer nog spraken) kunnen de barmsijs niet vinden. Na zo’n mooie dag voelen wij alle drie echter geen enkele teleurstelling door deze dip.

Moe maar voldaan zet ik Daan en Lobke weer af in Woerden. Zowel Ross’ Gans als Zwartkoprietzanger waren geen nieuwe soorten voor mij, maar toch voelt het vandaag alsof ik twee nieuwe soorten heb gezien!

Driemaal is scheepsrecht

Zaterdag 2 maart 2024

Afgelopen woensdag werd langs de Grebbedijk tussen Rhenen en Wageningen een zingende Kleine Karekiet ingevoerd op Waarneming.nl. Kleine Karekieten komen normaal gesproken pas in april terug richting Nederland en dus waren enkele alerte vogelaars gealarmeerd, want zo vroeg in het voorjaar is de kans aanwezig dat het geen Kleine Karekiet maar de zeer zeldzame Zwartkoprietzanger betreft. Donderdag wordt de vogel teruggevonden en wat blijkt: het gaat inderdaad om een Zwartkoprietzanger, een soort met slechts twee eerdere gevallen in Nederland (in april 2016 in de Ooijpolder en in maar 2017 in de Biesbosch). Beide eerdere gevallen miste ik helaas (in de Ooijpolder zong de vogel niet tijdens mijn aanwezigheid en in de Biesbosch was ik een dag te laat), dus een herkansing is voor mij zeer welkom. Het zou bovendien om een hele fijne Utrechtsoort gaan. Ook vrijdag wordt de vogel gehoord, gezien en zelfs gefotografeerd en daarom maken broer Frank en ik plan de campagne om zaterdag die kant op te gaan. Omdat de vogel vrijdagochtend al vroeg op de ochtend stopte met fanatiek zingen, spreken we om 6 uur ’s ochtends bij mij af, zodat we met het eerste licht aanwezig zijn.

Zo gezegd, zo gedaan. Rond 6 uur pik ik Frank op en om enkele minuten voor 7 parkeren we de auto op de bestemming. Precies op dat moment krijgen we een Dutch Bird Alert: de Zwartkoprietzanger zit al te zingen. Een fijn steuntje in de rug! We sluiten ons aan bij de andere vogelaars op de (glibberige) dijk en binnen enkele minuten horen Frank en ik de vogel inderdaad zingen in een klein rietveldje onderaan de dijk. Heel luid is de zang niet, zeker doordat het geluid redelijk wegvalt in de kakofonie van zingende Zanglijsters, Cetti´s Zangers en Heggenmussen. Na een dik kwartier stopt de vogel helemaal met zingen. Een goede keuze van Frank en mij dus om zo vroeg af te spreken, want anders waren we wellicht te laat geweest! Een Waterral die zich leuk laat zien in het rietveldje, mag natuurlijk niet onbenoemd blijven.

Rond half 9 vinden Frank en ik het (voor nu) wel goed geweest en lopen we het naastgelegen bos op de Grebbeberg op. Ons doel zijn spechten en met het resultaat mogen we zeker niet klagen: 2 Zwarte Spechten en 2 Middelste Bonte Spechten laten zich fantastisch horen en zien. Beide soorten zien we zelfs uitgebreid en beeldvullend door de telescoop! Het enige jammere is dat ik er pas in het veld achter kom dat de sd-kaartje van mijn camera nog in mijn laptop zit… Ach, het is niet anders. Andere leuke soorten in het bos zijn Glanskop, Appelvink en Havik.

Rond half 10 lopen we het bos uit en voegen we ons opnieuw tussen de vogelaars bij de Zwartkoprietzanger. De vogel zingt inmiddels weer en nu zelfs nog wat luider dan eerder op de ochtend. Het lukt me nu zelfs om een geluidsopname te maken. Een zichtwaarneming zit er helaas nog steeds niet in, waardoor deze soort zich voegt in het rijtje met Ruigpootuil en Noordse Nachtegaal: soorten die ik wel in Nederland heb gehoord, maar niet heb gezien.

Na dit succes gaan we op op meerdere plekken rondom Wageningen op zoek naar soorten die in onze regio schaars of zeldzaam zijn. In het Binnenveld zoeken we naar Patrijzen. Met succes, want op 2 verschillende locaties treffen we in totaal 5 exemplaren aan. Op reusachtige afstand pikken we bovendien een groep Kraanvogels op, leuk! We checken vervolgens 2 locaties voor Steenuilen, maar zonder succes. Meer succes hebben we in het arboretum Belmonte, waar opnieuw een Middelste Bonte Specht van zich laat horen. De topsoort hier is de Goudvink: we zien maar liefst 3 mannetjes en 4 vrouwtjes. Iedere vogelaar heeft wel zo’n soort die redelijk algemeen voorkomt in Nederland maar die je veel te weinig aantreft; voor ons is dat de Goudvink. We genieten dan ook volop van deze fraaie vinkachtigen. Ook leuk zijn een overdag vliegende (grotere) vleermuis en de eerste Citroenvlinders van het jaar.

Rond half 2 rijden we weer terug richting Woerden, waar we nog even langs de Natuurplas Breeveld rijden voor de Amerikaanse Smient. Het lukt ons helaas niet om deze zeldzaamheid eruit te halen, ondanks waarnemingen eerder op de dag. Het doet er voor ons gelukkig weinig toe, zeker na de geweldige soorten die we vandaag wél mochten horen en zien, met uiteraard de Zwartkoprietzanger als hoogtepunt van de dag!

Amerikaanse Smient op de gemeentejaarlijst!

Woensdag 17 januari 2024

Tegenwoordig werk ik op woensdag standaard vanuit huis. Vandaag komt dat toevallig heel mooi uit, want rond half 4 meldt Diederik Kok via een lokaal Whatsappgroepje een spannende smient op de Natuurplas Breeveld. Hij geeft aan dat het beest erg op een Amerikaanse Smient lijkt, maar dat zeer gelijkende hybriden nog niet uitgesloten zijn. Een paar minuten later stuurt Diederik een fotootje van het betreffende eend mee in dezelfde appgroep. Oei, dat ziet er toch wel heel erg spannend uit! Zo op het eerste gezicht zie ik zelf niks geks voor een zuivere Amerikaanse Smient op de foto.

Omdat ik voor de rest van de middag gelukkig geen werkafspraken heb staan en het me helemaal niks zou verbazen als het om een zuivere Amerikaanse Smient gaat, stap ik snel op de fiets om de vogel zelf weg te kunnen aanschouwen. Een paar minuten later ben ik ter plekke en zie ik de vogel door de telescoop van Tim Langerak helemaal aan de achterkant van de natuurplas zwemmen. Dit moet eigenlijk wel een zuivere Amerikaanse Smient zijn! Samen lopen we de kade tussen beide plassen (Potterskade) op en vinden we de eend al snel een stuk dichterbij terug, helemaal vooraan in de grote groep van vele honderden Smienten. Gaandeweg groeit de groep vogelaars uit tot een man of 10, waaronder Kees de Leeuw, Nathanaël de Wit en ontdekker Diederik. Inmiddels is bij ons ook het laatste beetje twijfel over de determinatie verdwenen. De vogel slaapt vrijwel constant, maar haalt gelukkig wel een paar keer de kop uit de veren. Fraai!

Amerikaanse Smient – American Wigeon
Amerikaanse Smient – American Wigeon

Amerikaanse Smienten zijn erg zeldzaam in Nederland. Jaarlijks worden slechts 1-5 exemplaren gevonden tussen de gigantische aantallen Smienten die in ons land overwinteren. Voor de Natuurplas betreft dit alweer het 3e exemplaar, na solitaire beesten in feburari 2010 en maart 2014. In totaal betreft het mijn 4e exemplaar in Nederland: naast deze 3 exemplaren in Woerden zag ik een fraai mannetje in februari 2013 bij Maurik, aan de Nederrijn. De vogel van vandaag is bovendien een hele fijne toevoeging aan mijn Woerdenjaarlijst!

Baaldag wordt topdag

Zondag 7 januari 2024

Net als in 2022 wil ik ook dit jaar weer proberen om zoveel mogelijk soorten in de gemeente Woerden te zien. Daarom wilde ik vandaag tijd stoppen om de jaarlijst weer te doen stijgen. Ik stap net uit bed als Kees de Leeuw een Zeearend meldt boven Molenvliet. Direct loop ik naar het raam, maar (in tegenstelling tot andere Woerdenaren) slaag ik er niet in de vogel op te pikken.

Vervolgens maak ik een rondje door de polders rondom Zegveld en Kamerik in de hoop op leuke ganzen of zwanen, maar die zijn angstvallig leeg. Ook Oortjespad ziet er behoorlijk leeg uit. Daarom besluit ik in Breeveld beide plassen af te kijken. Het vrouwtje Nonnetje zwemt nog steeds op de natuurplas, maar verder valt er enorm weinig te beleven.

Ik zit net weer een kwartiertje thuis als ik een appje van Diederik Kok ontvang: hij ziet 6 overvliegende Grote Zaagbekken over de Natuurplas Breeveld vliegen. Waarschijnlijk zijn ze ingevallen op de aangrenzende recreatieplas. Grote Zaagbekken zijn behoorlijk schaars in de gemeente met jaarlijks een enkele melding of soms zelfs nog minder. Als je (zoals ik) besluit om fanatiek een jaarlijst bij te houden, is dit een soort die je niet kan laten schieten. Daarom zit ik even later op de fiets voor mijn tweede bezoekje aan Breeveld van de dag.

Langs de Cattenbroekerdijk kom ik een groepje van circa 30 Grote Barmsijzen tegen, leuk! Vanuit meerdere hoeken kijk ik de recreatieplas af, maar van de Grote Zaagbekken ontbreekt ieder spoor. Op een natte akker aan de zuidkant van de plas lopen zeker 7 Witte Kwikstaarten en 3 Graspiepers, maar helaas geen Waterpieper of de Rouwkwikstaart die hier op 1 januari liep.

Enigszins teleurgesteld fiets ik rond kwart over 4 naar de natuurplas voor een laatste scan. Wellicht zijn de zaagbekken toch stiekem hier geland of zit er een andere leuke eend tussen de vele Smienten. Ik zet net mijn statief neer om mijn telescoop in elkaar te zetten, wanneer er vanuit mijn rug een vrij grote zwarte vogel aan komt vliegen. Een snelle blik door mijn kijker doet direct mijn adrenaline omhoog schieten: een Zwarte Ibis! De vogel vliegt eerst van me af, maar halverwege de natuurplas draait de vogel en zet daarna koers richting de recreatieplas. Mijn camera zit nog in mijn rugtas, dus het duurt even voordat ik een paar bewijsplaatjes kan maken.

Zwarte Ibis – Glossy Ibis

Direct bel ik Diederik Kok, zodat hij hem wellicht vanuit huis op kan pikken. Hij blijkt bij de recreatieplas te staan, maar slaagt er helaas niet in om de vogel op te pikken. Zonde!

Tussen de Smienten blijkt niks geks te zitten en daarom zit ik even later weer op de fiets naar huis, maar wel met een hele fijne gemeentesoort rijker!

Jaaroverzicht 2023

Traditiegetrouw volgt ook van het jaar 2023 weer een persoonlijk jaarverslag.

2023 in een notendop
Het jaar 2023 was een relatief rustig jaar op het gebied van extreme dwaalgasten in ons land. De enige nieuwe soort was de Siberische (Pacifische) Waterpieper die in februari in de Hoekse Waard opdook. Andere hoogtepunten waren de (indien aanvaard) 2e Marmereend, 3e Geelbrauwgors en Groene Fitis, 5e Groene Bijeneter, Keizerarend en Bruinkeelortolaan, 6e Grijze Junco en Amerikaanse Oeverloper, 7e Oostelijke Blonde Tapuit, Steppearend, Turkestaanse Klauwier en Kleine Kokmeeuw en de 8e Kalanderleeuwerik. Opmerkelijk waren de 1e twitchbare (en fotogenieke) Noordse Pijlstormvogel ooit en een in Canada geringde (en dus bewezen wilde!) Ross’ Gans. Minder goed nieuws (of juist wel voor de non-believers) was dat de CDNA besloot om de Kokardezaagbek van de lijst te halen; ook de Italiaanse Mus van vorig jaar in Garderen haalde de lijst niet.

In tegenstelling tot vorig jaar hield ik in 2023 geen gemeentejaarlijst bij. Vergeleken met vorig jaar zag ik, ironisch genoeg, echter wel veel meer leuke soorten in veel minder zoekuren. Zo zag ik een Dwerggans, Ringsnavelmeeuw, Vale Gier, Slangenarend (laatste 2 soorten over de tuin!) en een Woudaap binnen de gemeentegrenzen. In 2024 wil ik weer een poging doen om zoveel mogelijk soorten binnen de gemeente te zien. Ook binnen de regiogrenzen ging het lekker, met 9 nieuwe soorten: naast de eerder genoemde Ringsnavelmeeuw, Slangenarend en Woudaap ook Graszanger, Draaihals, Steppekiekendief, Wielewaal, Dwerggors en Grote Pieper.

Mijn hoogtepunten per maand

Januari
De gehele winter zagen we opvallend veel leuke ganzen. Dit begon al op 2 januari. Eerst twitchten we eerst de langverblijvende Bruine Boszanger aan de noordkant van de stad Utrecht en daarna doken we de polders bij Wilnis in, waar Frank een Roodhalsgans vond. Op Texel zagen we nog meer leuke ganzen. Zo zagen Frank en ik op 7 januari maar liefst 5 zeldzame soorten ganzen op één dag, een unicum voor ons: Witbuik- & Zwarte Rotgans, Roodhalsgans, 2 Sneeuwganzen en een zelf gevonden Dwerggans (laatste 2 soorten waren nog nieuw voor de Texellijst). Op 21 januari maakten we een rondje Zeeland met o.a. een Kleine Alk en Grote Burgemeester in de haven van Vlissingen, een Siberische Braamsluiper bij Dishoek, een groep Kwakken bij Gapinge en 2 Kuifaalscholvers bij Neeltje Jans; geen slecht rondje. Tot slot vond ik op 29 januari mijn tweede Dwerggans van de maand, deze keer nabij Nieuwkoop.

Bruine Boszanger – Dusky Warbler
Dwerggans (Texel) – Lesser White-fronted Goose (Texel)
Siberische Braamsluiper – ‘Siberian’ Lesser Whitethroat ssp. blythi

Februari
Februari begon met een knaller van jewelste, want meermaals zag ik de Pacifische Waterpieper die Cornelis Fokker deze maand ten zuiden van Rotterdam vond. Een keer combineerden Frank, Jorian en ik deze vogel met een ritje naar de Dwerggors van Vlaardingen en minstens 3 Roodhalsganzen bij Strijen. Verder waren het weer ganzen die de klok sloegen, met 1 Roodhals-, 1 Rot- en 5 Dwergganzen (in 3 waarnemingen) in de eigen regio.

Dwerggors – Little Bunting
Rotgans bij Breukelen – (Black-bellied) Brent Goose near Breukelen

Maart
Maart was een leuke maand. In het begin van de maand riep een vrouwtje Kleine Bonte Specht in het Linschoterbos; landelijk gezien geen zeldzame soort maar wel pas mijn 2e in de regio. Op 15 maart deed Kajzerka, de in Polen gezenderde Ringsnavelmeeuw, de polders bij Harmelen aan. Dit betekende dus niet alleen een nieuwe provincie- en regiosoort, maar ook een fraaie toevoeging aan de gemeentelijst! Bovendien was het een leuk weerzien met dit bekende exemplaar dat ik in 2012 al in Limburg zag.

Over Limburg gesproken, een lang weekendje Zuid-Limburg was zeer geslaagd, met o.a. Middelste Bonte Spechten, Kortsnavelboomkruipers, meerdere groepen Kraanvogels, veel Rode Wouwen, 1 Oehoe en 2 Roodbuikwaterspreeuwen. Op 25 maart dipten Frank en ik helaas de Alpengierzwaluw van Franeker, maar dit werd ruimschoots goedgemaakt doordat we een Kleine Topper vonden langs de Afsluitdijk. Op 29 maart zwommen maar liefst 2 Siberische Talingen in de Groene Jonker; het tweede exemplaar is helaas niet aanvaard door de CDNA doordat de ongeringdheid van dit exemplaar niet vastgesteld kon worden.

Ringsnavelmeeuw – Ring-billed Gull
Roodbuikwaterspreeuw – (Red-bellied) White-throated Dipper
Kraanvogels – Common Cranes
Kleine Topper – Lesser Scaup

April
Opnieuw zag ik een Siberische Taling in de Groene Jonker, nu op 2 april. Een andere zeldzame eend was de Bronskopeend die op 16 april in het Rotterdamse havengebied zwom. Dit was mijn 2e in Nederland, na de vogel van Spijkenisse in 2013. Eind april zag ik twee nieuwe regiosoorten in een paar dagen tijd: een Draaihals bij de Haarijnse Plas en een overvliegende Steppekiekendief langs de Twaalfmorgen bij Reeuwijk. De laatste paar dagen van de maand zat ik op Texel, waar het prima toeven was: een groep van 10 Zwarte Ibissen, een Poelruiter (zeer welkom want mijn laatste was alweer in 2016!), Grauwe Franjepoot en op de terugweg een Grauwe Gors ergens in de kop van Noord-Holland

Poelruiter – Marsh Sandpiper
Draaihals – Wryneck

Mei
Al op 1 mei zag ik de volgende nieuwe regiosoort: een Graszanger zong dagenlang in de Nieuwkoopse Plassen. Een weekje Texel bracht vele hoogtepunten, waarvan een fraaie Rode Rotslijster nog nieuw voor ons was. Het kostte uiteindelijk nog best wat moeite om de vogel te zien, maar gelukkig is het allemaal goedgekomen. Een Kleine Geelpootruiter werkte wel goed mee en verder zagen we vooral schaarse soorten, zoals Bonte Kraai, Morinelplevier en de eerder genoemde Poelruiter. Op 8 mei vonden Frank en ik een (afwijkend zingende) Iberische Tjiftjaf bij de Robbenjager. Op de weg terug reden we langs een Graszanger bij Den Oever.

Tijdens de Regio Big Day zetten Daan, Jorian, Evert en ik een nieuw regiorecord neer van 129 soorten. Het hoogte- én tegelijkertijd dieptepunt van deze dag was een ‘Clanga’-arend (Schreeuw- of Bastaardarend) die boven de Bossenwaard vloog, helaas te ver om er iets mee te kunnen en niemand anders pikte de vogel meer op. Een Nachtzwaluw liet zich op 20 mei waanzinnig bekijken in een tuin van vogelaar op Texel, verreweg mijn mooiste waarneming van deze soort ooit. Op 28 mei kon ik mijn nieuwe macrolens uittesten op de Veldparelmoervlinders bij Oostvoorne. Op de valreep bracht mei mijn 2e nieuwe soort van de maand (en 3e van het jaar): in Houten werd halverwege de avond een Alpenheggenmus gevonden.

Kleine Geelpootruiter – Lesser Yellowlegs
Rode Rotslijster – Common Rock Thrush
Iberische Tjiftjaf – Iberian Chiffchaff
Nachtzwaluw – European Nightjar
Alpenheggenmus – Alpine Accentor

Juni
In de maand juni was het verrassend leuk vogelen in de gemeente Woerden: langere tijd zong een Woudaapje ergens binnen de gemeente. Op verzoek van de ontdekker en vanwege de kwetsbare situatie voor de vogel is het beest geheimgehouden. Op 11 juni konden we (na eerdere berichten) een Vale Gier boven de tuin oppikken, het volgende weekend gevolgd door een Slangenarend. En dan vergeet ik de verschillende Wespendieven bijna. Dat zijn nog eens tuinsoorten! Op 24 juni maakten Frank en ik een vlinderrondje door Zuid-Limburg. Een zeer succesvol dagje, met Braamparelmoervlinders, Dambordje, Middelste Bonte Specht, Rode Wouwen, Zomertortel, Grauwe Klauwieren, Geelspriettdikkopjes en last but not least, het doel van de dag: Pruimenpage!

Vale Gier – Griffon Vulture
Slangenarend – Short-toed Eagle
Dambordje – Marbled White
Braamparelmoervlinder – Marbled Fritillary
Pruimenpage – Black Hairstreak

Juli
Op 2 juli bezochten we de omgeving van Den Bosch, waar Zwarte Ooievaar, Kleine IJsvogelvlinder, Bruine Eikenpage, Pimpernelblauwtje en Boomkikker de hoogtepunten vormden. Van 10-21 juli zaten Daan, Evert en ik in Roemenië, waarin we vrijwel alles zagen en hoorden wat we wilden horen. Enkele hoogtepunten: Bruine Beer, Goudjakhals, Rotskruiper, Oeraluil, Drieteenspecht, Reuzenzwartkopmeeuw, Veldrietzanger, Zwartkoprietzanger, Roze Spreeuw, Witstaartkievit, Dwergooruil, Rouwmees, Keizerarend, Balkansperwer en Sakervalk. Eenmaal weer terug in Nederland zag ik op 30 juli een nieuwe Utrechtsoort in de vorm van een Bonte Kraai.

Reuzenzwartkopmeeuw – Pallas’s Gull
Veldrietzanger – Paddyfield Warbler
Bruine Beer – Brown Bear
Rotskruiper – Wallcreeper

Augustus
De maand augustus was tam. Op 11 augustus zag ik in de Ruygeborg een Waterrietzanger en een Hermelijn. Aan het eind van de maand bezochten we de vliegbasis Soesterberg. Voor ons geen Duinpiepers of Tijgerblauwtje, wel Kommavlinders en een Kleine Parelmoervlinder. Op de terugweg brachten we een bezoekje aan de bekende Groenekanse Bonte Kraai. Hier vloog ook een Visarend over.

Bonte Kraai – Hooded Crow
Kleine Parelmoervlinder – Queen of Spain Fritillary

September
Op 2 september zagen Daan, Jorian en ik een Kuifaalscholver en een Draaihals op de Maasvlakte. Op de terugweg reden we door naar Utrecht, want hier zat een Kleine Jager op 2,5 kilometer van de regiogrens… Gelukkig wel een mooie toevoeging aan de Utrechtlijst. De volgende dag zagen Frank en ik de volgende goede Utrechtsoort: een man Klein Waterhoen bij het Eemmeer. Op 17 september werd het weer tijd voor de Utrechtse Bonte Kraai. Aan het einde van de maand waren Frank en ik een paar dagen op vakantie in Westkapelle. We zagen heel veel meeuwen, waaronder de bekende adulte Grote Burgemeester en mijn 1e (geringde) Baltische Mantelmeeuw. Een Draaihals naast onze B&B was een leuke verrassing. Over zee vlogen 4 Noordse Pijlstormvogels, een Vaal Stormvogeltje en een Kleinste Jager, allemaal soorten die wij landrotten vrijwel nooit zien.

Het beste bewaarden we voor het laatst. We wilden op de laatste ochtend net plan de campagne maken na het uitchecken bij onze B&B in Westkapelle, toen we een piepje ontvingen: Bonte Zanger België. Het ongeloof was groot. De locatie bleek hemelsbreed maar 30 km van ons vandaan, al was het door de ligging van Westerschelde nog wel 1,5 uur rijden. We bedachten ons geen moment en spoedden ons naar onze Zuiderburen. De vogel werkte lastig mee, maar met geduld konden Frank en ik deze droomsoort enkele malen kort maar fraai bewonderen. Wat een soort, voor mij persoonlijk zonder twijfel de soort van het jaar! Zie hier voor het ontdekkingsverhaal.

geringde Baltische Mantelmeeuw – colour-ringed Baltic Gull
Draaihals – Wryneck (at Westkapelle)
Rode Wouw – Red Kite (at Texel)

Oktober
Oktober viel helaas wat tegen, of begin ik te verwend te worden? Het DB-weekend op Texel was goed voor 2 Noordse Pijlstormvogels en een Kleinste Jager. Zo zie je ze nooit en zo zie je ze verschillende keren dit najaar. Ook hoorde ik een Dwerggors en een Grote Pieper, maar erg bevredigend waren beide waarnemingen helaas niet. Het hoogtepunt van het weekend was een Blauwstaart in Den Burg. Half oktober zat ik weer op Texel, deze keer een weekje. De leukste soorten betroffen een Grauwe en Rosse Franjepoot, een Bonte Kraai, Pestvogels, Sperwergrasmus, Vaal Stormvogeltje, een Vale Gierzwaluw en een Izabeltapuit. Eind oktober zag ik meerdere keren de Dwerggors van Willeskop, de eerste ooit aan de grond in onze regio en voor mij nog een nieuwe regiosoort.

Pestvogel – Bohemian Waxwing
Sperwergrasmus – Barred Warbler
Dwerggors – Little Bunting

November
Een rustig maandje. Een dagje Delta resulteerde in een Kuifaalscholver, een Roodhalsgans en een onverwachte IJsduiker langs de Brouwersdam. Later in de maand maakten Frank, pa en ik een rondje langs de Randmeren, met een tamme Flamingo (Zeewolde) en een familiegroepje Roodhalsganzen (Polder Arkemheen) als hoogtepunten.

Flamingo – Greater Flamingo

December
De laatste maand van het jaar begon rustig, maar eindigde wel aardig. De 2 populaire Pestvogels bij Houten lieten zich leuk zien. Dat gold echter niet voor de Taigaboomkruiper van Rijnsweerd (Utrecht), die tijdens onze twee pogingen helaas niet meewerkte. Op 2e kerstdag zag ik een fraaie man Kleine Topper bij Almere. Een dag later was een klein rondje door Zuid-Holland goed voor mijn eerste (Zwartbuik)Waterspreeuw voor de provincie en een tamme Zwarte Ibis. Tot slot werd op de 30e een Grote Pieper ontdekt naast de Haarrijnse Plas, Vleuten; voor mij niet alleen een nieuwe regiosoort (#262), maar ook een nieuwe Utrechtsoort (#267)!

Pestvogel – Bohemian Waxwing
Kleine Topper – Lesser Scaup


Roemenië, dag 12: de laatste dag

Vrijdag 21 juli 2023

Helaas is vandaag alweer de laatste dag van de vakantie. De wekker gaat gelukkig iets later dan gisteren, rond een uur of 6. Het plan is om voor de laatste maal een klein rondje te lopen voordat we de auto in moeten leveren en het vliegtuig terug naar Nederland pakken. Om 7 uur starten we in een bos direct ten zuiden van Brasov, want hier waren in april nog Witrugspechten gemeld. De Witrugspecht is zo’n beetje de laatste doelsoort in de bergen die we nog niet hebben (op soorten zoals Auer-, Hazelhoen en Steenarend na die zeldzaam zijn en waar je niet op kunt rekenen). We lopen langs een klein beekje in een hellingbos. Er zingen verschillende Kortsnavelboomkruipers, Zwarte Mezen en onze eerste Vuurgoudhaan van de vakantie. Een roepende Kruisbek vliegt over; een (zwijgzame) Schreeuwarend doet hetzelfde. De Witrugspechten werken helaas slecht mee: ik hoor eenmaal in de verte iets wat er erg op lijkt, terwijl Daan en Evert iets vaker wat zeer gelijkends horen. Voor mij is het echter te weinig, zeker als je je bedenkt hoe andere doelsoorten wel goed lukten deze vakantie. Rond half 10 zijn we weer bij de auto en rijden we richting Boekarest.

Onderweg van Brasov naar Boekarest hebben we prachtige uitzichten op de bergen

Bij Boekarest wassen we onze huurauto, tanken we hem vol en leveren we hem vervolgens zonder problemen in. We arriveren prachtig op tijd op het vliegveld en zonder al te veel gedoe zitten we om 4 uur in ons vliegtuig naar Wenen. De overstap is wat gehaast, maar gelukkig halen we onze vlucht naar Amsterdam. Rond 8 uur vliegen we weer boven Nederlands grondgebied, maken we een extra vliegronde over de regio (waarin we bijvoorbeeld over Woerden, de Reeuwijkse Plassen en langs Alphen aan den Rijn vliegen) en even later staan we op Schiphol, waar we opgepikt worden door de moeder van Evert. Fijn dat de terugreis (in tegenstelling tot de heenreis) wel soepel verloopt. Rond half 10 / 10 uur ben ik weer in Woerden.

De Natuurplas Breeveld en de aangrenzende wijken in Woerden vanuit het vliegtuig (foto: Evert Florijn)

En zo komt er een einde aan een prachtige vakantie, waarin we alles zagen wat we wilden zien, plus nog veel meer. Of het nou ging om algemene soorten die in Nederland zeldzaam zijn (bijvoorbeeld Kuifleeuwerik, Bijeneter, Scharrelaar, Slangenarend, Ralreiger), leuke buitenlandsoorten die we af en toe tegenkwamen (o.a. Griel, Dwergarend, Alpengierzwaluw, Vorkstaartplevier, Kortteenleeuwerik) of om doelsoorten (Rouwmees, Kroeskoppelikaan, Reuzenzwartkopmeeuw, Veldrietzanger, Rotskruiper, Bruine Beer). Met o.a. Dwergooruil, Witstaartkievit en Drieteenspecht zagen we bovendien geweldige bonussoorten waar we niet op gerekend hadden. Het mooie is ook dat de doelsoorten niet zomaar lukten, maar dat we ze allemaal ook geweldig zagen en dat we er zelfs acceptabele foto’s van konden maken. Uiteindelijk is de soortenlijst op 204 soorten geëindigd, al zag niemand elke soort. Tot slot wil ik Daan en Evert bedanken voor de prachtige tijd, wat mij beteft is zo’n vakantie zeker voor herhaling vatbaar.

Roemenië, dag 11 – opnieuw beren en een fotogenieke Rotskruiper

Donderdag 20 juli 2023

Vannacht hebben we maar zo’n 3 uur geslapen, want de wekker gaat om kwart over 2. Dit heeft echter een goede reden: we willen ’s ochtends namelijk de Transfăgărăşan afrijden. Deze weg voert recht over een berg en langs een groot stuwmeer en wordt vaak beschouwd als een van de mooiste wegen van Europa. Er zitten ook specialistische vogelsoorten die elders in Roemenië erg lastig te zien zijn, zoals Alpenheggenmus, Steenarend en Rotskruiper. De reden dat we zo vroeg willen, is omdat de weg een paar uur rijden is en vanwege de (tamme) beren die regelmatig langs deze weg zitten. ’s Ochtends vroeg is de kans om deze te zien groter dan als het drukker is, denken wij. Bovendien hebben we ’s avonds een afspraak gepland staan in een berenhut.

Onderweg stoppen we eenmaal voor een korte rustpauze; hier laat een Dwergooruil van zich horen. In het dorpje Corbeni zingt in het eerste licht de 1e Europese Kanarie van de reis. Al snel (het is nog maar amper licht) stuiten we aan het begin van de Transfăgărăşan op een vrouwtje Bruine Beer met 2 welpen die direct naast de weg staan. Doordat de beren waarschijnlijk regelmatig gevoerd worden door de hoteleigenaren, zijn ze alles behalve schuw en kunnen de dieren tot op een meter of 10-20 benaderd worden. Leuk om ze zo dichtbij te zien, al geeft het ook wel een beetje een dierentuingevoel. Een aantal kilometers verderop stoppen we bij het stuwmeer. Langs de rotsen vliegen veel Huiszwaluwen met zo nu en dan een Alpengierzwaluw. Ook zien we 1 Rotszwaluw rondvliegen. De gehoopte Grijze Gors laat het helaas afweten.

Bruine Beer – Brown Bear
Bruine Beer – Brown Bear

Langs het stuwmeer stoppen we op meerdere plekken, wat ons een aantal Waterspreeuwen oplevert. Naarmate we stijgen, verandert het loofbos langzaam maar zeker in naaldbos, het naaldbos in lage struiken en de lage struiken in kale rotsen. Rond half 9 arriveren we op zo’n beetje het hoogste punt. Hier zien we de eerste Alpenheggenmussen en Waterpiepers van de vakantie. Ook merken we een Alpenmarmot op. Wat een maf geluid maken die beesten! Een Rotskruiper vliegt langs, even later gevolgd door nog 1. Al snel vinden we de waarschijnlijke nestplaats in een van de tunnels en ook een foerageerlocatie die meerdere keren aangedaan wordt. Gisteren dachten we al een topwaarneming te hebben, maar vandaag overtreft alles. Op de foerageerplek laat het mannetje zich namelijk waanzinnig zien op ooghoogte of zelfs net iets onder ons en komt daarbij soms op minder dan 5 meter. Tijdens het foerageren ‘flikkert’ ie regelmatig met de vleugels. Dit is echt genieten met een hoofdletter G, wat een fantastische soort!

Uitzicht vanaf locatie Rotskruiper (foto: Evert Florijn)
Rotskruiper – Wallcreeper
Rotskruiper – Wallcreeper
Rotskruiper – Wallcreeper
Rotskruiper – Wallcreeper
Daan en ik fotograferen de Rotskruiper (vogel nog net zichtbaar; foto: Evert Florijn)

Na dit spektakelstuk dalen we weer de berg af. Bij een uitgestrekt sparrenbos stoppen we even. Evert en ik maken een wandeling van een klein uurtje, terwijl Daan in de auto achterblijft om een schoonheidsslaapje te doen. In het bos komen we enkele nieuwe vakantiesoorten tegen: een roepende Goudvink & Matkop en eindelijk onze eerste Sperwer. We treffen ook een zittende Zuidelijke Bronlibel aan. Helaas geen Notenkrakers. Ik arriveer net bij de auto als ik zie dat Evert in het bos is achtergebleven. En met een goede reden, want hij blijkt op 2 Drieteenspechten te zijn gestuit! Dit is een soort waarvan je weet dat ze in deze regio voor moeten komen, maar door het gebrek aan waarnemingen op Observation.org hebben we geen betrouwbare locaties weten te achterhalen. Erg fijn dat we er dan zelf tegenaan blunderen.

Transfăgărăşan (foto: Evert Florijn)
Drieteenspecht – Eurasian Three-toed Woodpecker (photo: Daan van Braak)
Zuidelijke Bronlibel – Sombre Goldenring
Zuidelijke Bronlibel – Sombre Goldenring

Tegen 3 uur zijn we weer in Sânpetru, houden even een kort rustmomentje en rijden dan rond half 5 naar onze afgesproken verzamelplaats in Brasov voor de berenexcursie. Hier worden we (in totaal 10 personen) opgepikt door de excursieleider en na een dik halfuur rijden komen we aan langs de rand van een bos. De excursieleider houdt een standaardpraatje over het voorkomen van de beren in Roemenië, over hoe je je moet gedragen mochten we onderweg een beer tegenkomen en welke soorten nog meer voorkomen in het bos. Daarna lopen we naar een hutje aan de rand van het pad. Het is een vrij klein hutje, waarin de stoelen in 2 rijen zijn opgesteld en waar vanuit je de dieren door glazen luiken kunt bewonderen. Direct zien we een Vos die op het gestrooide voer foerageert. Dit (vegetarische) voedsel moet de beren in het bos houden, zodat ze niet afdwalen naar de dorpen en daar voor overlast en gevaar zorgen. Al na enkele minuten komt de eerste Bruine Beer aan wandelen en doet zich op circa 30 meter geruime tijd tegoed aan het voedsel. In totaal zien we 3 verschillende beren, met een maximum van 2 beren tegelijkertijd. Wat een bakbeesten! Doordat ik op de achterste rij stoelen zat en doordat je door het glas heen moet fotograferen, zijn de foto’s helaas niet zo goed geworden als ik van tevoren gehoopt had. Na circa anderhalf uur is het genoeg geweest en rijden we met z’n allen weer terug naar Brasov.

De berenhut, met uitzicht op 2 beren
Bruine Beer – Brown Bear
Bruine Beer – Brown Bear
Bruine Beer – Brown Bear
Bruine Beer – Brown Bear

Morgen staat alweer de laatste dag op de planning.

Roemenië dag 10 – Bruine Beer!

Woensdag 19 juli 2023

We beginnen vandaag in het bos bij ons achter (Dealul Lempeş). Hier zijn dit jaar verschillende Withalsvliegenvangers, Witrugspechten en een Oeraluil gezien. Van deze doelsoorten lukt alleen de eerste, we zien enkele vrouwtjes en jongen hoog in de bomen. Af en toe klinkt ook de roep van deze Withalsvliegenvangers. Verder is het niet saai in het bos: zo horen en zien we 6 soorten spechten (Grote, Middelste en Kleine Bonte, Grijskop-, Zwarte en Groene), Fluiters, Taigaboomkruiper, Grauwe Vliegenvanger, Kruisbek, Havik en een Ree met jong.

Grijskopspecht – Grey-headed Woodpecker
Grauwe Klauwier – Red-backed Shrike

Onze volgende bestemming is het Nationaal Park Piatra Craiului, een bekende plek voor Rotskruiper. Bij de ingang praten we een tijdje met Bertus de Lange en zijn vrouw, leuk om elkaar in het verre buitenland tegen te komen! Bij de rotswand duurt het lang voor we de Rotskruiper vinden. Na een uur of 2 wachten komt het mannetje echter aangevlogen en dan kan het genieten beginnen. Zeker twee exemplaren (een man met zwarte keel en een vrouw met lichte keel en gele snavelbasis) laten zich langere tijd erg leuk bekijken, redelijk laag en dichtbij op de verschillende rotswanden in de kloof. Wat een geweldige soort is het toch ook! Ik heb ooit de vogel op de Sint Pietersberg gezien, maar dat was lang niet zo goed en dichtbij als nu. Wat een feestje!

Piatra Craiului NP (foto: Evert Florijn)
Rotskruiper – Wallcreeper
Rotskruiper – Wallcreeper
Rotskruiper – Wallcreeper
Tweekleurig Hooibeestje – Pearly Heath
Boserebia – Arran Brown

Na een (te) korte middagpauze (ook hier in de bergdalen kan het aardig warm worden) gaan we ’s avonds weer op pad. We kiezen ervoor om opnieuw naar dezelfde locatie te gaan als gisteravond, want we willen graag een poging doen om de Oeraluilen overdag terug te vinden. Uit de bosjes klinkt de roep van een Kleine Vliegenvanger, het blijkt een jong beest te zijn. Langs het beekje zien we een Waterspreeuw, in tegenstelling tot gisteren ziet nu iedereen deze leuke soort. Rond half 9 stappen we opnieuw in een soort van verhoogd jagershutje dat uitkijkt op een ruig veldje. Tegen 9 uur roept Daan ineens dat er een Bruine Beer naast ons uitkijkpunt staat! Het duurt even voordat iedereen hem ziet, maar in het daaropvolgende half uur / 3 kwartier kunnen we de beer uitgebreid bewonderen op een meter of 100. Het zoogdier, een niet gigantisch groot exemplaar, foerageert lange tijd in het hoge gras en laat zich hierbij goed zien, drie waarnemers in extase achterlatend. Wat ontzettend gaaf!

Uitzicht vanuit het ‘jagershutje’ (foto: Daan van Braak)
Bruine Beer – Brown Bear (photo: Daan van Braak)
Drie tevreden waarnemers na het zien van een beer!

De beer schrikt eenmaal van een zingende uil en gaat hierbij op zijn achterpoten staan. De uil blijkt wederom de Oeraluil te zijn. Wat een moment! De uil vliegt over het veld en gaat (ongeveer halverwege schemering) zichbaar in een naaldboom zitten op 100-150 meter. Later vliegt ie op en landt bovenin een spar. Hier is de vogel prima door de telescoop te bewonderen; vooral de lichte algehele kleur, de kenmerkende gezichtstekening en de lange staart vallen op. Het lukt Daan zelfs om een bewijsplaatje van de uil te maken.

Oeraluil – Ural Owl (photo: Daan van Braak)
Oeraluil – Ural Owl (photo: Daan van Braak)

Na dit daverende succes gaan we weer naar huis en zetten we heel vroeg de wekker voor het volgende avontuur.

Roemenië, dag 9 – naar de bergen

Dinsdag 18 juli 2023

Vandaag verlaten we de Donaudelta en zoeken we de bergen van de Karpaten op. Rond 5 uur gaat de wekker, omdat de rit Tulcea – Brasov bijna 6 uur duurt en we onderweg meerdere stops hebben ingepland. De eerste is een bos vlakbij Brâila. Overal klinkt de zang van Zomertortels en Wielewalen. Boven in de top van dezelfde boom zitten een Grijskopspecht en een Middelste Bonte Specht. Braamsluipers laten zich zien in de ondergroei, terwijl een nachtegaal spec. onzichtbaar roept. Onze doelsoort (de Withalsvliegenvanger) laat helaas verstek gaan.

De volgende stop is een vlakbij dit bos gelegen meer. Een kleine gemengde groep pelikanen (van 8 Roze en 8 Kroeskoppen) poetst langs de rand van het meer. Het stikt er van de steltlopers: vooral Kemphanen, maar ook Zwarte Ruiters, een Poelruiter en onze doelsoort: een Strandplevier. Na een paar uur rijden bereiken we onze laatste stop in de bergen. Helaas zien we hier niet onze gehoopte Grijze Gorzen; de enige gors die we hier waarnemen is een Geelgors. Verder stikt het van de Grauwe Klauwieren en vliegen onze eerste Alpengierzwaluwen van de vakantie aan de overkant van de weg.

Uitzicht tijdens de zoektocht naar Grijze Gorzen (foto: Evert Florijn)
Grauwe Klauwier – Red-backed Shrike

Rond vier uur mogen we inchecken in ons pensionnetje in Sânpetru en ’s avonds maken we gelijk maar een klein rondje. We bezoeken een plek voor Rotskruiper met daaraan grenzend mooie open velden voor Bruine Beren. Op de wand zien we geen Rotskruiper; wel vliegen er vele Alpengierzwaluwen en een enkele Rotszwaluw. In het beekje onderaan de rots zie (alleen) ik een Grote Gele Kwikstaart, terwijl Daan een Waterspreeuw langs ziet vliegen. Tot slot kijken we tot het donker is uit over de velden. We zien geen Bruine Beer, maar laat in de schemering vliegt er een uil over het veld. Even later horen we de(zelfde?) zingen: een Oeraluil! Er lijken zelfs jongen aanwezig. Wat hebben we weer een geluk!

Zoekend naar de Rotskruiper

Tussen 10 uur en half 11 rijden we weer richting huis, maar niet zonder minstens 3 Vossen te zien.