Naar Texel voor de Balkankwikstaart

Dinsdag 3 mei 2016

Afgelopen zaterdagavond vond Ruwan Aluvihare een Balkankwikstaart in De Muy op Texel. Een nieuwe soort voor Nederland, alweer de 5e dit jaar (na Roodkeelnachtegaal, Roodsnavelkeerkringvogel, Amerikaanse Tafeleend en Zwartkoprietzanger). De Balkankwikstaart kent een bewogen geschiedenis in Nederland: er zijn in het verleden enkele goede kandidaten geweest, maar omdat er zeer gelijkende Noordse Kwikstaarten zijn, zijn de eisen van de CDNA streng: zowel goede foto’s van de vogel als een geluidsopname van de roep zijn vereist voor aanvaarding op de Nederlandse lijst. Bovendien is Nederland zo ongeveer het enige land in de wereld die de Balkankwikstaart soortstatus toekent, in de rest van de wereld is het een ondersoort van de Gele Kwikstaart. De Texelse vogel is zaterdagavond door enkele gelukkigen goed gedocumenteerd met goede foto’s en geluidsopnames. De dagen daarna lijkt de vogel een patroon te vertonen: aan het eind van de middag / begin van de avond vertoont de vogel zich even, om de rest van de dag onzichtbaar te blijven. De vondst van een Dougalls Stern op de Volharding / Utopia maakt Texel dit voorjaar toch wel de place to be dit voorjaar.

Na wat heen- en weer gewhatsapp tussen Sander Haak en mij op maandagavond blijkt dat hij met Gerard van der Kroef morgen een dagje Texel gaan doen en er in de auto nog een plekje vrij is. Mooi! De volgende ochtend spreken we rond half 7 bij Sander af, waardoor we de boot van half 9 naar Texel hebben. Eenmaal op het eiland vogelen we eerst rustig langs de oostkant (Noordse Sterns in Ottersaat, verder niet veel schokkends) om vervolgens een tijdje in Utopia te gaan posten voor de Dougalls Stern. Die laatste was ’s ochtends rond half 7 al gemeld door een waarnemer, dus de vogel zou nog goed in de buurt kunnen zijn.

We hebben net de telescopen opgesteld als we een whatsappje ontvangen: “Balkankwik nu weer in beeld”! Als de wiedeweerga pakken we de scopen weer in en snellen we ons terug richting de auto. Een kwartiertje later staan we met zo’n 20 andere vogelaars in de Muy, maar van de Balkankwikstaart ontbreekt ieder spoor. Op de plek waar de vogel voor het laatst gezien was, lopen wel wat Gele Kwikstaarten en opvallend veel Engelse Kwikstaarten (circa 10). Op de natte velden lopen ook nog eens twee Kleine Zilverreigers. Ongeveer anderhalf uur kijken we het veld af. Het blijft spannend (de kwikstaart kan natuurlijk opeens in beeld komen), maar met het verlopen van de tijd ebt het geloof in het terugvinden steeds verder weg. Rond half twee kiezen we ervoor om de Muy te verlaten en te gaan zoeken naar de Dougalls Stern om later op de middag een nieuwe poging te wagen de kwikstaart te zien.

Na een korte lunchpauze in een restaurant aan het eind van de Slufterweg rijden we naar de Volharding. Het blijkt opgaand tij te zijn, dus de stukjes slik en de strandjes zitten bomvol met steltlopers. Vooral algemenere soorten (Rosse Grutto’s, Bonte Strandlopers, Tureluurs, Steenlopers), maar ook de nodige Kanoeten, Zilverplevieren en helemaal vooraan loopt een fraaie Krombekstrandloper in zomerkleed. De (tien)duizenden Rosse Grutto’s zijn erg onrustig en vliegen om de tien minuten op, prachtige dynamische wolken vormend. Bovendien vliegen er genoeg sterns rond (die helaas wel landen op een niet-zichtbare plek op het strand), vooral Grote Sterns maar ook twee Dwergsterns. In de Volharding voegt broer Frank zich bovendien bij ons, die was op eigen gelegenheid ’s middags naar het eiland gekomen.

Krombekstrandloper – Curlew Sandpiper

Rond half vier staan we op het punt om in te pakken en het in Utopia te gaan proberen als de Balkankwikstaart weer gemeld wordt. Net als vanochtend weer snel inpakken, stevig doorlopen naar de auto, stukje rijden en parkeren aan het einde van de Muyweg. Een klein kilometertje lopen richting de plek en dan zien we eindelijk de Balkankwikstaart door de verrekijker. Als we de vogel proberen te vinden in de scoop, vliegt de kwikstaart echter op en verdwijnt over de dijk heen. Een nieuwe soort is binnen, maar echt blij zijn Frank en ik door de korte waarneming niet. Uiteraard blijven we staan tot de vogel terugkeert en dit blijkt wonderbaarlijk snel te zijn: een kwartiertje later zit de vogel opeens weer op dezelfde plek als daarvoor. Nu kunnen we de kwikstaart prachtig zien, bijna drie kwartier lang foeragerend langs het kreekje. De vogel baltst zelfs even tegenover een vrouwtje Gele Kwikstaart. Rond iets voor vijven vliegt hij al roepend op en verdwijnt weer over de bomen de dijk over. Nu zijn we uiteraard wel zeer tevreden met de waarneming, wat een fraaie vogel. Dankzij een groepje mensen langs de waterkant zien we verder nog een Rugstreeppad en vanuit de bosjes zingt een Nachtegaal, de eerste van het jaar.

Balkankwikstaart – Black-headed Wagtail (ssp. feldegg)
Rugstreeppad – Natterjack (photo: Frank van der Meer)

Nu de Balkankwikstaart binnen is, doen we in Utopia nog een uiterste poging om de Dougalls Stern terug te vinden. Het tegenlicht, de afstand en de 100-en Grote Sterns maken het lastig en uiteindelijk lukt het ons niet om de zeldzame stern terug te vinden. Na een kort praatje met Hisko de Vries zetten we Frank af langs de Oorsprongweg en haasten wij ons naar de boot. Rond half 8 zijn we weer op het vasteland en om iets voor negenen zijn we weer in Woerden. Een lange, vermoeiende dag, maar wel met een goed resultaat.

Najaarsweekend Texel I

Vrijdag 12 tot zondag 14 september 2014

Terwijl half vogelend Nederland zich (in het kader van de Deception Tours-weekenden) op Vlieland bevindt, staat voor ons een weekendje Texel op het programma. Vrijdag rijden we bij aankomst op dit prachtige Waddeneiland eerst langs de NIOZ-haven, waar we al gauw de langer verblijvende Koningseider in beeld krijgen. De geringde Kuifaalscholver die ook in dit haventje zou moeten zitten, kunnen we helaas niet vinden. Via de plasjes Ottersaat, Dijkmanshuizen en Wagejot (waar we mooie aantallen Goudplevieren, Kanoeten, Kleine en Krombekstrandlopers zien) rijden we naar ons bungalowtje in vakantiepark De Krim. Na een korte pauze kijken we aan het eind van de middag nog even bij de Robbenjager, hier zien we het eerste Paapje, Roodborsttapuit en Gekraagde Roodstaart van het weekend. Het zullen zeker niet de laatste zijn… De door anderen waargenomen Draaihals wordt helaas niet meer teruggevonden.

Krombekstrandloper – Curlew Sandpiper

De volgende dag lopen we vroeg richting de Hanenplas en vanaf daar via de Eierlandse Duinen naar camping de Robbenjager. De hoogtepunten worden gevormd door de eerste Kramsvogels van het najaar, 1 Gekraagde Roodstaart, 2 Grauwe Vliegenvangers, 2 overvliegende Boompiepers en opvallend hoge aantallen Paapjes en Roodborsttapuiten. Helaas werkt ook vandaag de Draaihals niet mee. Net op het moment dat we ergens anders willen gaan vogelen, slaat Frank toe met een Sperwergrasmus aan de ZO-kant van de Robbenjager. Het duurt zeker een half uur voordat mijn vader (die inmiddels ook is gearriveerd) en ik deze zeer verborgen levende soort in beeld krijgen: slechts eenmaal zien we de vogel tussen struikjes vliegen. Al gauw arriveert versterking in de vorm van circa 5 andere vogelaars, maar helaas laat de vogel zich daarna niet meer zien. Als alle meeuwen en spreeuwen het luchtruim kiezen, is het Ruud van Beusekom die de oorzaak vindt: op enige hoogte vliegt een Visarend over. De arend vliegt een tijdje boven de Vijver van Jochems en besluit daarna richting het zuiden uit beeld te verdwijnen. ’s Middags bezoeken we nogmaals de NIOZ-haven op de zuidpunt van het eiland en wederom zien we hier de Koningseider (op 10-20 meter afstand en ditmaal met mooi licht). Nu vinden we gelukkig wel de gewenste Kuifaalscholver, al gaat dat wel met de nodige moeite. De in Frankrijk geringde vogel, zie hier voor de levensgeschiedenis van de vogel, zit op een strekdam aan de overkant van de haven; later zien we de vogel ook zwemmend. Het betreft voor ons nog een nieuwe Texelsoort, alweer soortje #249. Tegen de avond doen we nog een (vergeefse) poging om de Sperwergrasmus wat beter te zien; wel laat een Bonte Vliegenvanger zich fenomenaal bekijken, foeragerend op het pad.

Visarend – Osprey (photo: Peter van der Meer)
vrouw Koningseider – female King Eider
Juveniele Kuifaalscholver – juvenile European Shag

Ook de zondag begint met een tochtje richting de Robbenjager. De bosjes zijn aanzienlijk voller dan gisteren, met meerdere Zwartkoppen, Braamsluipers en Grasmussen, een Tuinfluiter, Kleine Karekiet, Gekraagde Roodstaart en meerdere Paapjes. Bij het uitkijkpunt over de Robbenjagerplas laat een Gekraagde Roodstaart zich echt fenomenaal zien, rustig foeragerend op 5-10 meter. Wat een prachtige vogel! We besluiten door te lopen richting de Sperwergrasmus die Frank gisteren vond, maar ondanks dat we 1,5 uur wachten, krijgen we hem niet te zien. In hetzelfde bosjescomplex zien we wel wederom een Gekraagde Roodstaart, een Bonte Vliegenvanger en we horen een Vuurgoudhaantje. Ook leuk zijn de 4 naar noord trekkende Gaaien (waarvan eentje met een eikeltje in z’n snavel). Bij de vuurtoren besluiten ze dat ze de oversteek naar Vlieland niet aandurven en dat ze weer terugvliegen richting zuid. Op het Renvogelveldje lopen ook nog twee Oeverpiepers. Na de lunch rijden we naar de Muy, waar we zowaar op een jonge Grauwe Klauwier stuiten. Hier zien we ook 2 Braamsluipers, 2 Gekraagde Roodstaart en een roepende Boompieper. Nadat we al onze spullen hebben ingepakt, rijden we nog langs De Petten, maar hier zien we niets noemenswaardigs. Om iets voor vijven sluiten wij aan in de rij auto’s voor de veerboot en zetten we een punt achter een leuk en geslaagd weekendje Texel.

Gekraagde Roodstaart – Common Redstart
Gekraagde Roodstaart – Common Redstart
Bonte Vliegenvanger – European Pied Flycatcher
Juveniele Grauwe Klauwier – juvenile Red-backed Shrike
Juveniele Grauwe Klauwier – juvenile Red-backed Shrike

Strandlopers

Zaterdag 6 september 2014

Na de prachtige waarneming van een Kleinst Waterhoen van afgelopen woensdag, struinen wij vanmiddag door de Groene Jonker. Doordat Natuurmonumenten het waterpeil in het gebied flink heeft verlaagd, zijn er grote slikplaten ontstaan en ziet het er erg interessant uit voor steltlopers. Er is voor ons dan ook genoeg te beleven, zo zien we maar liefst 4 soorten strandlopers (10+ Bonte, 1 Krombek-, 14 Kleine en 1 Temmincks), Zwarte en Bosruiters, vele Bontbekplevieren, meerdere Waterrallen en een zeer stiekem Porseleinhoentje. Geen verkeerd resultaat, zeker als je bedenkt dat de Groene Jonker relatief diep in het binnenland ligt. Het Kleinst Waterhoen komt echter helaas niet in beeld. Ons bezoekje wordt nog wel opgeleukt door de eerste regionale Paapjes en Tapuit van het jaar en door een late Koekoek.

Adulte Krombekstrandloper, ruiend naar winterkleed – Curlew Sandpiper
Links Kleine Strandloper, rechts Krombekstrandloper – left Little Stint, right Curlew Sandpiper

Na de wandeling door het gebied besluiten we bij het gemaal aan de Hogedijk te rijden. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht op de slikplaten aan de noordkant van de Groene Jonker. Vanaf hier zijn in het verleden veel leuke soorten te zien geweest ( Steppevorkstaartplevier, Witwangsterns e.v.a.). Ook wij doen hier een leuke waarneming: op een van de vele slikjes loopt een Steenloper. Dit is landelijk gezien zeker geen zeldzame soort (langs de kust struikel je bij wijze van spreken over de soort), maar in het binnenland is de situatie totaal anders. Zo is het voor mij pas de 4e keer dat ik deze soort in onze regio aantref (wel 7e exemplaar): grappig is dat al mijn eerdere waarnemingen ook zijn gedaan in de Groene Jonker.

Na het avondeten rijden we nog even naar Waddinxveen. Op het braakliggend terrein van de toekomstige woonwijk de Triangel zitten namelijk al enkele dagen meerdere Duinpiepers. Samen met Albert, Jacob en vader Molenaar zoeken we ruim een uur naar deze inmiddels uitgestorven broedvogel, maar verder dan enkele Boompiepers, twee Tapuiten en een groepje Putters komen we helaas niet.

Leuk dagje in Noord-Holland-Noord

Zaterdag 9 augustus 2014

Na veel vlinder- en libellentochtjes de afgelopen maanden wordt het vandaag weer eens tijd voor een dagje vogelen, en waar kan dit in deze periode van het jaar beter dan in de Kop van Noord-Holland? Daar worden veel bollenvelden in de nazomer onder water gezet om ongedierte op een milieuvriendelijkere manier te bestrijden. Deze waterpartijen zijn een ware magneet voor steltlopers, waaronder geregeld zeldzame soorten zoals Grauwe Franjepoten, Poelruiters, Gestreepte Strandlopers en nog zeldzamere soorten. Het is bovendien de beste plek in Nederland om Lachsterns te zien.

Op de heenweg maken we een korte stop aan de noordkant van Alkmaar, waar in een nieuw natuurontwikkelingsgebiedje 3 Zwarte Ibissen moeten rondlopen. Voor Zwarte Ibissen hoeven we weliswaar niet helemaal naar Alkmaar te rijden (zitten ook in de Groene Jonker), maar we willen we een poging doen om ze aan de Noord-Hollandlijst toe te kunnen voegen 🙂 . We zijn de auto nog niet uit of we zien ze al lopen. Het blijken niet 3, maar zelfs 4 exemplaren te zijn. Ondanks dat wij (net als zij trouwens) veel last hebben van de harde wind, zijn ze op niet al te grote afstand prachtig te bekijken. Zie hier voor een amateuristisch filmpje. In hetzelfde leuke gebiedje vliegt ook nog een Kleine Zilverreiger rond, ook leuk.

Zwarte Ibis – Glossy Ibis

Daarna rijden we via de Belkmerweg (wat ons de eerste 2 Temmincks Strandlopers van het jaar oplevert) richting de bollenveldjes rondom het dorp ’t Zand, waar we hopen op de Lachsterns. Hoe goed we ook zoeken, van deze zeldzame soort ontbreekt elk spoor. Sterker nog, de plasjes zijn vrijwel leeg, op wat meeuwen en eenden na. Enigszins teleurgesteld rijden we naar de Nollen van Abbestede, een natuurgebiedje waar afgelopen week zowel een Grauwe Franjepoot als een (adulte!) Vorkstaartmeeuw waargenomen zijn. Het zou natuurlijk zomaar kunnen dat deze soorten nog in de ruime omgeving van dit gebied rondvliegen. Hier stuiten we zowaar op een jonge Strandplevier, wat buiten de bekende broedgebieden in het Deltagebied toch gewoon als een zeldzaamheid kan worden beschouwd. Ook hier lopen weer enkele Temmincks Strandlopers rond.

Jonge Strandplevier – Kentish Plover
Temmincks Strandlopers – Temminck’s Stint

Vervolgens rijden we door naar Den Helder, waar een Grauwe Franjepoot zou moeten zitten. Op het perceel waar deze zeldzame steltloper zou moeten zitten, miegelt het van de steltlopers: Kleine Strandlopers, Krombekstrandloper, Bonte Strandlopers, een Kanoet, Kemphanen, Bontbekplevieren, Witgat, Bosruiter e.v.a. Er zitten zelfs 2 Casarca’s op. Het duurt even voordat we de Grauwe Franjepoot vinden, maar uiteindelijk zien we op afstand hoe de vogel op karakteristieke wijze zijn voedsel verzamelt.

Omdat het inmiddels al laat in de middag is, besluiten we naar huis te rijden. Als we echter op de terugweg ’t Zand weer passeren, besluiten we nog eenmaal een poging te wagen om de Lachstern aan de jaarlijst toe te kunnen voegen. Als we het bekende perceel in de weinig inspirerend genaamde polder (Polder E) bereiken, zien we al gelijk hoe 3 vriendelijke vogelaars driftig in het bollenveld wijzen. Het zou toch niet…? Even later heb ik echter niet de veronderstelde Lachstern in beeld, maar de tweede Grauwe Franjepoot van de dag! De vogel foerageert op een kleine 100 meter en laat zich prima zien, fotograferen én filmen (zie hier voor het resultaat van het laatstgenoemde). Daarachter zien we toch nog een Lachstern. Als we daarna de franjepoot weer wat aandacht schenken en daarna proberen de stern weer in beeld proberen te krijgen, blijkt hij er sneaky tussenuit te zijn geknepen.

Grauwe Franjepoot – Red-necked Phalarope
Grauwe Franjepoot – Red-necked Phalarope

Hiermee sluiten we deze leuke dag af, met als hoogtepunt 4 Zwarte Ibissen, 2 Grauwe Franjepoten, een Lachstern en een Strandplevier. Bovendien weer drie nieuwe jaarsoorten en twee nieuwe Noord-Hollandsoorten 🙂 .